Noot 15 Voorzieningen voor personeelsbeloningen
Voorzieningen personeelsbeloningen
Kortlopend deel | Langlopend deel | Totaal | ||||
€ miljoen | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 |
Langetermijnpersoneelsbeloningen | ||||||
Vergoedingen na uitdiensttreding | - | 1 | 1 | 1 | 1 | 2 |
Overige langetermijnpersoneelsbeloningen | 10 | 12 | 41 | 41 | 51 | 53 |
Ontslagvergoedingen/reorganisatievoorziening | 11 | 13 | 7 | 7 | 18 | 20 |
Totaal | 21 | 26 | 49 | 49 | 70 | 75 |
Kortetermijnpersoneelsbeloningen | ||||||
Kortetermijnpersoneelsbeloningen | 32 | 41 | - | - | 32 | 41 |
Boekwaarde per 31 december | 53 | 67 | 49 | 49 | 102 | 116 |
Vergoedingen na uitdiensttreding
Alliander kent verschillende pensioen- en pensioenachtige regelingen voor zijn huidige en voormalige medewerkers. Het merendeel van de pensioenverplichtingen is ondergebracht bij het Pensioenfonds ABP. Naast deze hoofdregeling bestaan enkele andere toegezegd-pensioenregelingen en een aantal toegezegde-bijdrageregelingen die qua omvang en belang niet significant zijn. De pensioenregeling van het ABP is een collectieve regeling van meerdere werkgevers. De pensioenregeling is aan te merken als een toegezegd-pensioenregeling. Het evenredige deel van de brutoverplichting, fondsbeleggingen en kosten van uitvoering van de regeling zou derhalve in de jaarrekening van Alliander moeten worden verwerkt. Echter, aangezien Alliander geen toegang heeft tot informatie van het pensioenfonds, wordt deze regeling behandeld als een toegezegde-bijdrageregeling. Ten aanzien van collectieve regelingen van meerdere werkgevers geldt tevens dat ingeval een overeenkomst bestaat waarin wordt bepaald hoe een surplus zal worden uitgekeerd aan de deelnemers of hoe een tekort zal worden gefinancierd, en de regeling administratief wordt verwerkt als een toegezegde-bijdrageregeling, een vordering respectievelijk verplichting moet worden opgenomen die uit de overeenkomst voortvloeit. De resulterende baten of lasten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen. De pensioenregeling die is ondergebracht bij het Pensioenfonds ABP kent geen overeenkomsten als hiervoor bedoeld. Daarom is geen vordering of verplichting opgenomen. Dit geldt eveneens voor de pensioenen die zijn ondergebracht bij BPF Bouw en het Pensioenfonds voor Metaal en Techniek.
Naar aanleiding van de in 2008 opgetreden verslechtering van dekkingsgraad heeft het ABP in 2009 een herstelplan opgesteld. Jaarlijks voert het ABP aan het begin van het jaar een evaluatie uit over de voortgang van het herstel op basis van het de gerealiseerde dekkingsgraad per eind van het voorgaande jaar. De dekkingsgraad per eind 2015 was 98.7%.De pensioenpremie bedroeg in 2015 19,6% van het pensioengevend salaris. In 2016 bedraagt de pensioenpremie 17,8%. Deze lagere premie komt met name door de overgang van loon naar prijsindexatie en door het vervallen van de eenmalige component van 0,9% in de premie 2015. ABP voert naar verwachting een opslag op de pensioenpremie in van 1% per 1 april 2016. De opslag is nodig, omdat de financiële positie van ABP eind december niet voldoende was.
Het relatieve aandeel van Alliander in de pensioenregeling van het ABP op basis van het aantal deelnemers bedraagt circa 0,5%. De in 2016 te betalen pensioenpremies voor de collectieve regelingen bedragen naar verwachting € 54 miljoen.
Naast de bovenstaande collectieve regelingen voor de pensioenregelingen in Nederland, kent Alliander een tweetal niet-materiële toegezegd-pensioenregelingen bij dochterondernemingen in Duitsland. Deze regelingen worden conform IAS 19 verwerkt. Dit betekent dat met ingang van 2013 actuariële resultaten en herwaarderingen direct worden verwerkt. Als gevolg van de beperkte bedragen is dit niet zichtbaar in de geconsolideerde jaarrekening.
De vergoedingen na uitdiensttreding betreft voornamelijk een regeling inzake de ziektekostenverzekering van gepensioneerde medewerkers. Deze verplichting is niet bij een pensioenfonds of externe verzekeraar ondergebracht. De voorziening voor vergoedingen na uitdiensttreding bedroeg aan het eind van 2015 € 1 miljoen (2014: € 2 miljoen). De voorziening voor vergoedingen na uitdiensttreding is als volgt opgebouwd:
Vergoedingen na uitdiensttreding
Kortlopend deel | Langlopend deel | Totaal | ||||
€ miljoen | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 |
Pensioenrechten en toegezegde rechten inzake de ziektekostenverzekering van gepensioneerde werknemers | - | 1 | 1 | 1 | 1 | 2 |
Actuariële waarde per 31 december | - | 1 | 1 | 1 | 1 | 2 |
Overige langetermijnpersoneelsbeloningen
Alliander kent een aantal overige langetermijnpersoneelsbeloningen. De voorziening omvat de volgende soorten uitkeringen:
- jubileumuitkeringen; deze voorziening dekt de jubileumuitkeringen bij het bereiken van het 10-, 20-, 30-, 40- en 50-jarig dienstverband en de uitkering bij beëindigen van het dienstverband wegens pensionering;
- uitkeringen bij langdurig ziekteverlof; deze voorziening dekt de verplichting om gedurende een periode van twee jaar de betrokken medewerker zijn salaris geheel of gedeeltelijk door te betalen;
- uitkering bij invaliditeit; Alliander is eigen risico drager voor de Wet Werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Deze voorziening dekt de verplichting voor medewerkers van Alliander die geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn geworden;
- uitkeringen bij werkloosheid; Alliander is eigen risico drager voor de Werkloosheidswet (WW). Indien een medewerker van Alliander werkloos wordt, dan komt de uitkering ten laste van Alliander voor een periode van 3 maanden tot maximaal 38 maanden, afhankelijk van het arbeidsverleden van de betrokkene;
- werktijdverkorting oudere medewerkers; als gevolg van de wettelijke maatregelen rondom VUT en prepensioen is in de CAO, die in 2005 is afgesloten, een overgangsregeling gecreëerd waarbij oudere medewerkers in de toekomst minder kunnen gaan werken. In onderstaande tabel is de samenstelling van de post overige langetermijnpersoneelsbeloningen weergegeven.
Overige langetermijnpersoneelsbeloningen
Kortlopend deel | Langlopend deel | Totaal | ||||
€ miljoen | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 |
Jubileumuitkeringen | 3 | 2 | 30 | 31 | 33 | 33 |
Uitkeringen bij langdurig ziekteverlof/invaliditeit | 4 | 5 | 8 | 5 | 12 | 10 |
Uitkeringen bij werkloosheid | 2 | 2 | 2 | 2 | 4 | 4 |
Werktijdverkorting | - | 2 | - | 1 | - | 3 |
Overig | 1 | 1 | 1 | 2 | 2 | 3 |
Boekwaarde per 31 december | 10 | 12 | 41 | 41 | 51 | 53 |
Ontslagvergoedingen/reorganisatievoorziening
Onder de voorziening voor ontslagvergoedingen/reorganisaties worden opgenomen de vergoedingen en/of aanvullingen op uitkeringen die worden betaald aan medewerkers van wie de arbeidsrelatie is of waarschijnlijk wordt beëindigd. De uitkeringen en aanvullingen zijn gebaseerd op het Sociaal Plan van Alliander en individuele afspraken. Het Sociaal Plan wordt periodiek onderhandeld en vastgesteld. Gedurende 2015 is een bedrag van € 19 miljoen toegevoegd aan de reorganisatievoorziening (2014: € 21 miljoen). De voorziening voor ontslagvergoedingen/reorganisaties bedroeg aan het eind van 2015 € 18 miljoen (2014: € 20 miljoen)
Mutatieoverzicht langetermijnpersoneelsbeloningen
Als gevolg van de 'aangehouden voor verkoop' classificatie zijn de verplichtingen van Endinet ultimo 2015 in de geconsolideerde balans van Alliander geherrubriceerd naar de balansrekeningen ‘verplichtingen aangehouden voor verkoop’.
In onderstaande tabel is het verloop van de voorzieningen voor vergoedingen na uitdiensttreding, de overige langetermijnpersoneelsbeloningen en de ontslagvergoedingen/reorganisatie opgenomen.
Verloopoverzicht voorzieningen inzake personeelsbeloningen
€ miljoen | Vergoedingen na uitdienst treding | Overige langetermijn- personeels- beloningen | Ontslag- vergoedingen/ reorganisatie- voorziening | Totaal |
Stand van de verplichtingen uit hoofde van de toegezegde rechten per 1 januari 2014 | 4 | 51 | 22 | 77 |
Mutaties 2014 | ||||
Vrijval | -1 | -3 | -12 | -16 |
Dotatie | - | 10 | 21 | 31 |
Rentekosten | - | 1 | - | 1 |
Uitgekeerde bedragen | -2 | -5 | -11 | -18 |
Totaal | -3 | 3 | -2 | -2 |
Stand van de verplichtingen uit hoofde van de toegezegde rechten per 31 december 2014 | 1 | 54 | 20 | 75 |
Mutaties 2015 | ||||
Vrijval | - | -2 | -7 | -9 |
Dotatie | - | 9 | 19 | 28 |
Rentekosten | - | 1 | - | 1 |
Uitgekeerde bedragen | - | -10 | -14 | -24 |
Totaal | - | -2 | -2 | -4 |
Herrubricering verplichtingen aangehouden voor verkoop | - | -1 | - | -1 |
Stand van de verplichtingen uit hoofde van de toegezegde rechten per 31 december 2015 | 1 | 51 | 18 | 70 |
Hieronder zijn de belangrijkste veronderstellingen weergegeven die bij de bepaling van de voorzieningen zijn gebruikt:
Veronderstellingen bij de bepaling van de voorzieningen
2015 | 2014 | |
Sterftetabellen | generatietafel 2010 - 2060 jaarlaag 2015 | generatietafel 2010 - 2060 jaarlaag 2014 |
Disconteringsvoet | 0,05%-2,36% | 0,44%-2,29% |
Verwachte salarisstijging | 2,5% | 2,5% |
Verwachte stijging WAO-/WIA-uitkering | 2,0% | 2,0% |
Kortetermijnpersoneelsbeloningen
De post kortetermijnpersoneelsbeloningen bedroeg aan het eind van 2015 € 32 miljoen (2014: € 41 miljoen) en betreft alle verplichtingen aan het personeel – met uitzondering van het kortlopende deel van de lange termijnpersoneelsbeloningen – die naar verwachting binnen 12 maanden na balansdatum zullen worden afgewikkeld. Deze post omvat nog te betalen salarissen, vakantiedagen, bonussen en overige nog te betalen personeelslasten.