Planmatigheid van de energietransitie
De omschakeling naar de duurzame energievoorziening moet in 2050 voltooid zijn. Voor Alliander is het belangrijk om ver vooruit te kijken, zodat we weten wat waar en wanneer verandert in de energievoorziening om de infrastructuur op tijd geschikt te maken. Dat betekent methodisch te werk gaan, prioriteiten stellen en veel voorkomende taken digitaliseren. Denk daarbij aan analyses van de invloed die bepaalde ontwikkelingen hebben op spanningsniveaus, maar ook op het geautomatiseerd delen van data en informatie. De nieuwe vorm van samenwerking met overheden is al goed te zien in de Regionale Energiestrategiëen (RES'en). We gaan deze vroegtijdige samenwerking steeds meer toepassen.
Meer overzicht en efficiëntie nodig
Nu de energietransitie in volle gang is, ontstaan er knelpunten die zowel een belemmering kunnen vormen voor de energietransitie als de verdere economische ontwikkeling van Nederland. Het realiseren van netuitbreidingen is een proces van vele jaren. Voor netbeheerders is het vandaag dus al 2030 en overmorgen 2050. Dit betekent dat we op een heel andere manier moeten gaan kijken naar de energietransitie. Er is op nationaal, regionaal en lokaal niveau overzicht nodig van de benodigde infrastructuur. Van daaruit is er behoefte aan regie en coördinatie op de transitie, zodat we prioriteiten kunnen stellen en keuzes kunnen maken op basis van de volgordelijkheid van het werk. Zodat naast tijdige vergunningverlening ook de schaarse technici daar ingezet worden waar ze het hardst nodig zijn. Zo kunnen we tijdig de infrastructuur creëren die Nederland nodig heeft voor een klimaatneutrale energievoorziening.
Afgelopen jaar zijn bij alle sectoren goede samenwerkingsvormen opgezet, wat leidt tot steeds meer nationale programma’s die het werk in regio’s ondersteunen. Dit omvat onder andere de Regionale Energiestrategieën, het Programma Aardgasvrije Wijken, de Cluster Energiestrategieën voor de industrie en de Nationale Agenda Laadinfrastructuur voor mobiliteit. De samenhang tussen deze trajecten is groot: keuzes voor één regio hebben ook impact op de ontwikkelingen binnen de industrie, de landbouw, mobiliteit en de gebouwde omgeving. Alliander pleit voor een samenhangende en gecoördineerde aanpak die inhoudelijk op elkaar is afgestemd met een duidelijke prioritering. Op die manier kunnen netbeheerders blijven zorgen dat onze energievoorziening betaalbaar, betrouwbaar en voor iedereen toegankelijk blijft.
Regionale Energiestrategieën
In Nederland wordt in 30 regio’s een Regionale Energiestrategie (RES) opgesteld, met als ambitie in 2030 35 TWh aan duurzame opwek op land te realiseren. Het elektriciteitsnet van ons land vormt de ruggengraat van deze gezamenlijke strategieën. In de RES in onze verzorgingsgebieden werken overheden met ons, maatschappelijke partners, het bedrijfsleven en bewoners regionaal gedragen keuzes uit. Op 1 juli 2021 wordt de eerste RES opgeleverd. Dit is geen eindproduct: om de twee jaar zullen de RES-regio’s hun plannen aan de hand van de nieuwste inzichten bijwerken.
In 2020 zijn de eerste conceptversies van de RES’en opgeleverd. Liander heeft samen met de andere regionale netbeheerders inzicht gegeven in een deel van de consequenties van deze plannen. De impact is groot: de komende tien jaar zullen alle netbeheerders miljarden investeren in uitbreidingen van de infrastructuur en is er veel extra ruimte nodig voor deze infrastructuur (vaak dicht bij dorpen en steden).
Gemeenten en provincies hebben ons gevraagd om intensiever samen te werken aan oplossingen rondom netcapaciteit. De eerste adviezen zijn opgeleverd, het eindadvies en bijbehorende acties volgen begin 2021. Daarnaast heeft Liander voor de eigen RES-regio’s inzichtelijk gemaakt hoe de plannen ingepast kunnen worden in het bestaande en al geplande net. Het toepassen van ontwerpprincipes en technische oplossingen kan de benodigde aanpassingen sterk reduceren, terwijl de regionale ambities gelijk kunnen blijven. Maximaal is bijna 60% van de maatschappelijke kosten te besparen, 60% van de ruimte en 50% van het werk. Door efficiënt om te gaan met het bestaande net zijn minder uitbreidingswerkzaamheden nodig, zodat duurzame opwek sneller aangesloten kan worden. Deze inzichten hebben we samen met andere netbeheerders gebundeld in een landelijk factsheet. Om de energievoorziening betaalbaar en de doelstellingen uit het Klimaatakkoord binnen bereik te houden kunnen de RES-regio’s deze inzichten benutten om de optimale afweging te maken tussen lokaal draagvlak, maatschappelijke kosten en realisatietijden.
In 2021 blijven we intensief samenwerken met onze regio’s. Zodra plannen zijn bijgewerkt, zullen we direct weer de consequenties van keuzes in kosten, ruimte en tijd duiden. Daarnaast werken we intensief mee met een pilot van het Nationaal Programma RES over het toepassen van het instrumentprogramma uit de nieuwe Omgevingswet. Hierin onderzoeken we hoe de plannen in RES geconcretiseerd kunnen worden en verkennen we hoe we gezamenlijk met overheden afspraken kunnen maken over infrastructuuruitbreidingen. Ook op landelijk niveau wordt hier volop aan gewerkt en wordt er afstemming gezocht tussen het nationaal programma RES en Alliander.
Uitvoering van de regionale energietransitie
We bereiden ons voor op de uitvoering van de regionale energietransitie. Dit doen we aan de hand van praktijkvoorbeelden uit de proeftuinwijken. Hiervoor hebben we in de keten van bouwpartners samen met het onderwijs het leer- en innovatieprogramma ‘Mensen Maken de Transitie’ opgezet. Zo hebben we het aanvragen van verwijderingen voor gasaansluitingen in bulk verbeterd, werken we aan de eindtermen van de opleiding zodat installateurs straks de elektra-aansluiting kunnen verzwaren en we tevens laadpaalmonteurs kunnen certificeren. Ook hebben we een ‘serious game’ ontwikkeld, zodat ketenpartners al voordat aan de realisatie van een aardgasvrije wijk wordt begonnen met elkaar in gesprek gaan over de aanpak.
Aanpassing van wetgeving
De activiteiten van Alliander worden sterk gereguleerd door wet- en regelgeving. Deze stammen echter nog uit de tijd vóór de energietransitie toen er nauwelijks sprake was van decentrale duurzame opwek van energie. Alliander is met de relevante stakeholders in overleg om de afspraken uit het Klimaatakkoord nader uit te werken in onder meer de Energiewet, de Wet collectieve warmtevoorziening en de Omgevingswet met de Nationale Omgevingsvisie. Het Klimaatakkoord is echter al meer dan een jaar oud, maar de regels die nodig zijn voor de uitvoering daarvan zijn er nog niet, terwijl er dringend behoefte is aan flexibele en toekomstgerichte wetgeving en investeringszekerheid.
Een integrale Energiewet
De huidige Elektriciteitswet en Gaswet worden samengevoegd en aangepast in de nieuwe Energiewet. Alliander onderschrijft de opzet van de nieuwe Energiewet om tot een integrale en toekomstbestendig kaderwet te komen voor het energiesysteem, die nader uitgewerkt wordt in lagere regelgeving welke gemakkelijker aangepast kan worden.
De Energiewet moet ruimte laten voor meer marktrollen, grotere diversiteit aan contracten en tarieven en ruimte geven aan actieve aangeslotenen die mee willen doen aan vraagrespons, congestiemanagement et cetera. De Energiewet voorziet in een herijking van de aansluit- en transportplicht. De achttienwekentermijn wordt vervangen door een redelijke termijn, welke in lagere regelgeving wordt geconcretiseerd en waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen bijvoorbeeld type aansluitingen. Het recht op een aansluiting wordt voor grootverbruikers elektriciteit gekoppeld aan de aanwezigheid van transportcapaciteit. Dit is noodzakelijk omdat de huidige vraag naar aansluitingen en transport van elektriciteit is verveelvoudigd.
Energiedata zijn voor de energietransitie cruciaal. Het is in onze ogen van belang om te borgen dat aangeslotenen zelf zeggenschap hebben over hun meetdata en dat zij zelf kunnen aangeven wie zij naast hun contractpartijen toegang willen geven tot deze data. De netbeheerder heeft hierin een belangrijke faciliterende taak. De Energiewet biedt voorwaarden voor het beschikbaar stellen van deze data, en moet grondslagen gaan bieden voor het door de netbeheerders verstrekken van data.
Het is belangrijk dat de Energiewet ruimte biedt voor nieuwe innovaties. Netbeheerders moeten bijvoorbeeld ruimte krijgen om waterstofgas te distribueren in de bestaande gasnetten. Om op korte termijn al met duurzame gassen zoals waterstof te kunnen experimenteren, is hiervoor ruimte in de aankomende Energiewet nodig.
Een nieuwe Warmtewet
De verwachting is dat veel huizen de komende jaren op een warmtenet aangesloten worden. Gemeenten krijgen in het voorstel voor de nieuwe Warmtewet de bevoegdheid om een warmtebedrijf aan te wijzen dat per gebied in de gemeente de warmtevoorziening op zich zal nemen. In de contouren van de nieuwe Warmtewet wordt een verplichting gesteld voor integraal verantwoordelijke warmtebedrijven, met een aanwijzing voor tientallen jaren. Alliander is van mening dat de nieuwe Warmtewet niet gericht moet zijn op het reguleren van één type warmtebedrijf, maar juist ruimte moet bieden aan diversiteit en innovatie. Dat betekent dat je niet alle warmtenetten op dezelfde manier moet inrichten. Gemeenten moeten zelf keuzes kunnen maken; alleen dan ontstaat draagvlak en komen warmtenetten echt van de grond.
Omgevingswet
Het belang van de energie-infrastructuur moet, naast alle andere belangen, opgenomen worden in de omgevingsvisies- en plannen van de overheden. Systeem-efficiëntie noemen we dit. Met onze inzet in de RES’en en bij Transitievisies Warmte geven we een goede aanzet hiervoor met zienswijzen. We zoeken tevens aansluiting bij het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) zodat we zicht blijven houden op alle ontwikkelingen. We zien het DSO als kans om alle regels inzichtelijk te maken, zodat de planvorming over onze infrastructuur sneller en met de inbreng van belanghebbenden kan plaatsvinden. De nieuwe Omgevingswet treedt op 1 januari 2022 in werking.