Primaire segmentatie eerste halfjaar

 

Netbeheerder Liander

Overig

Eliminaties

Totaal

€ miljoen

2017

2016

2017

2016

2017

2016

2017

2016

Bedrijfsopbrengsten

        

Externe opbrengsten

836

774

73

74

-

-

909

848

Interne opbrengsten

2

2

143

163

-145

-165

-

-

         

Bedrijfsopbrengsten

838

776

216

237

-145

-165

909

848

         

Bedrijfskosten

        

Bedrijfskosten

639

622

267

272

-145

-165

761

729

         

Bedrijfsresultaat

199

154

-51

-35

-

-

148

119

         
         
 

Netbeheerder Liander

Overig

Eliminaties

Totaal

Gesegmenteerde activa en verplichtingen

30-6

31-12

30-6

31-12

30-6

31-12

30-6

31-12

         

Totaal activa

7.064

6.985

3.052

2.386

-2.267

-1.636

7.849

7.735

Totaal verplichtingen

4.680

5.216

2.039

1.858

-2.688

-3.203

4.031

3.871

Seizoensinvloeden

Het resultaat van Alliander wordt niet in materiële zin beïnvloed door seizoensinvloeden.

EMTN en ECP Programma

In 2017 is voor € 542 miljoen ECP uitgegeven in US dollars ($ 585 miljoen). Om het valutarisico af te dekken, is direct bij de uitgifte van ECP in US dollars een aantal valutatermijncontracten afgesloten.

De aflossingen in de eerste helft van 2017 hebben met name bestaan uit het lopende ECP-programma (aflossing van kortlopende uitgiften in januari, februari, maart en mei 2017) voor een totaal bedrag van € 245 miljoen. De waarde in US dollars was $ 270 miljoen. De aflossingen in 2017 hebben voornamelijk betrekking op de nog lopende uitgiften van ECP en in de komende jaren met name op de obligatieleningen met betrekking tot het EMTN-programma.

Bedrijfscombinaties

In de eerste helft van 2017 hebben geen bedrijfscombinaties plaatsgevonden. De bedrijfscombinaties in de eerste helft van 2016 hebben betrekking op de aankoop van AEF B.V. per 1 januari 2016 en op de aankoop van 450connect GmbH per 31 mei 2016.

Verkoop Endinet en aankoop netten Friesland en de Noordoostpolder

Op 27 juli 2015 werd de overeenkomst (SPA) ondertekend om per 1 januari 2016 netwerken van Enexis in Friesland en de Noordoostpolder (Aktivabedrijf Enexis Friesland B.V., hierna AEF B.V.) te kopen en op hetzelfde moment de netwerken in de regio Eindhoven en Zuidoost- Brabant (Endinet Groep B.V.) te verkopen. Alliander verkocht de aandelen van Endinet Groep B.V. aan Enexis B.V. en kocht de aandelen van AEF B.V. van Enexis, onder bijbetaling door Enexis van € 365 miljoen. Bij AEF B.V. gaat het om 51.000 elektriciteits- en 196.000 gasaansluitingen in Friesland en 28.000 elektriciteits- en 27.000 gasaansluitingen in de Noordoostpolder. De netten van AEF B.V. liggen midden in het Liander verzorgingsgebied, waardoor een efficiëntere bedrijfsvoering mogelijk is. Deze aankoop is daarnaast volledig in lijn met het strategisch kader per gebied of regio één en dezelfde netbeheerder voor elektriciteit en gas te hebben. Per 1 januari 2016 heeft Alliander de volledige zeggenschap over AEF B.V. verkregen waarna AEF B.V. vanaf deze datum in de groepscijfers van Alliander geconsolideerd wordt.

De boekwinst inzake de verkoop Endinet Groep B.V. is ten gunste van het resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten in de winst- en verliesrekening 2016 verantwoord.

Aankoop 450connect GmbH

Op 31 mei 2016 heeft Alliander AG alle aandelen van Inquam Duitsland GmbH (naam gewijzigd in 450connect GmbH) gekocht. De activiteiten van 450connect GmbH hebben betrekking op de verhuur van het frequentiegebruik aan andere partijen, inclusief de dienstverlening op het gebied van deze communicatienetten. Met de aankoop van 450connect GmbH zal Alliander AG een eigen mobiel communicatienetwerk voor kritieke infrastructuur (vooral gericht op netwerkbedrijven) opbouwen ten behoeve van onder andere smart meter en smart grid toepassingen. In Nederland heeft Alliander N.V. vanaf 2014 tezamen met Stedin eenzelfde communicatienetwerk opgebouwd. De eigenaar hiervan is de joint operation Utility Connect. Per 31 mei 2016 heeft Alliander AG de volledige zeggenschap over 450connect GmbH verkregen waarna 450connect GmbH vanaf deze datum in de groepscijfers van Alliander AG geconsolideerd wordt. 

Voor een nadere toelichting op de genoemde transacties wordt verwezen naar de jaarrekening 2016 van Alliander.

Cross border lease contracten

In de periode 1998 tot en met 2000 zijn door dochterondernemingen van Alliander N.V. voor netwerken US cross border leases aangegaan, waaronder LILO (lease in lease out)- en SILO (sale in lease out)-transacties.

Gedurende 2017 hebben er geen wijzigingen plaatsgevonden in de bestaande CBL portefeuille. De op dit moment resterende drie transacties hebben betrekking op gasnetwerken in Friesland, Gelderland, Flevoland, Noord-Holland en Utrecht, stadsverwarmingsnetten in Almere en Duiven/Westervoort en het elektriciteitsnetwerk in het gebied Randmeren. De in de leases ondergebrachte netwerken zijn voor een langdurige periode verhuurd aan Amerikaanse partijen (headlease), die deze activa vervolgens weer hebben onderverhuurd aan de desbetreffende dochterondernemingen (sublease). Aan het einde van de sublease bestaat de optie de rechten van de Amerikaanse tegenpartij onder de headlease af te kopen en de transactie aldus te beëindigen. De momenten waarop de overeengekomen looptijden van de overgebleven subleases eindigen, liggen tussen 2022 en 2028. De baten uit de cross border leases zijn verantwoord in het jaar van afsluiten van de desbetreffende transactie. Met betrekking tot de cross border leases bestaan contractuele voorwaardelijke en onvoorwaardelijke rechten en verplichtingen.

De totale netto boekwaarde van de in cross border leases ondergebrachte activa bedraagt medio 2017 € 0,6 miljard (ultimo 2016: € 0,5 miljard). In verband met de transacties staat ultimo juni 2017 in deposito bij meerdere financiële instellingen, dan wel is belegd in waardepapieren, een totaalbedrag van $ 2,8 miljard (ultimo 2016: $ 2,7 miljard).

Aangezien geen beschikkingsmacht bestaat over het overgrote deel van de beleggingen en de daarbij behorende verplichtingen, worden deze niet als activa en passiva van Alliander beschouwd en zijn de desbetreffende bedragen niet opgenomen in de geconsolideerde cijfers van Alliander. De beleggingen waarover Alliander wel beschikkingsmacht heeft, zijn verantwoord onder de financiële activa. De aan deze beleggingen gerelateerde leaseverplichtingen zijn opgenomen onder de verplichtingen uit hoofde van financiële leases.

Ultimo juni 2017 bedraagt het ‘strip risk’ (het gedeelte van de ‘termination value’ – dat wil zeggen de bij een voortijdig einde van de transactie mogelijk aan de Amerikaanse wederpartij te betalen vergoeding – dat niet uit de hiertoe aangehouden deposito’s en beleggingen kan worden voldaan) voor alle transacties tezamen $ 188 miljoen (ultimo 2016: $ 194 miljoen). Het strip risk wordt in hoge mate beïnvloed door de marktontwikkelingen.

In het kader van de uitvoering van de Wet Onafhankelijke Netbeheer (WON) zijn de in een cross border lease ondergebrachte, aan Liander Infra N.V. toebehorende warmtenetwerken, medio 2008 via ‘sub-subleases’ onderverhuurd aan N.V. Nuon Warmte, onderdeel van N.V. Nuon Energy. De looptijd van deze operationele leases is 12,5 jaar (einde looptijd: 31 december 2020). De totale boekwaarde van de onderverhuurde warmtenetwerken en bijbehorende meters bedraagt medio 2017 € 90 miloen (2016: € 95 miljoen).

Verbonden partijen

De Alliander-groep heeft belangen in diverse deelnemingen en joint ventures, waarin ze ofwel invloed van betekenis heeft, maar geen beslissende zeggenschap, ofwel gezamenlijke zeggenschap uitoefent in bedrijfsvoering en financieel beleid. Op grond hiervan worden deze deelnemingen en joint ventures aangemerkt als verbonden partijen. Transacties met deze partijen, waarvan sommige significant zijn, worden uitgevoerd tegen marktcondities en prijzen die niet gunstiger zijn dan die welke bedongen zouden zijn met derde, onafhankelijke partijen.

Met verbonden partijen zijn de volgende transacties gedaan uit hoofde van inkoop en verkoop van goederen en diensten: verkoop van goederen en diensten aan deelnemingen € 0,4 miljoen (eerste halfjaar 2016: € 0,2 miljoen) en aan joint ventures € 46 miljoen (eerste halfjaar 2016: € 36 miljoen); inkoop van goederen en
diensten van deelnemingen € 7 miljoen (eerste halfjaar 2016: € 5 miljoen) en van joint ventures € 46 miljoen (eerste halfjaar 2016: € 44 miljoen).

Per eind juni 2017 heeft Alliander een vordering van € 17 miljoen (ultimo 2016: € 17 miljoen) voor verstrekte leningen aan verbonden partijen en een vordering van € 16 miljoen uit hoofde van een rekening-courant faciliteit met verbonden partijen (ultimo 2016 een verplichting van: € 9 miljoen).

Overig

In november 2010 heeft Alliander een achtergestelde eeuwigdurende obligatielening uitgegeven voor een bedrag van nominaal € 500 miljoen. In de laatste 2 maanden van 2013 is deze achtergestelde eeuwigdurende obligatielening afgelost. Onder IFRS wordt dit instrument als eigen vermogen gekwalificeerd. Bij de betaling van de periodieke vergoedingen aan de houders van de in 2010 uitgegeven lening is uitgegaan van aftrekbare rentekosten voor de vennootschapsbelasting.

Tot op heden is met de Belastingdienst geen overeenstemming bereikt omtrent de fiscale behandeling van deze lening. In de lopende beroepsprocedure heeft de Rechtbank Arnhem met dagtekening 20 december 2016 het beroep van Alliander gegrond verklaard. De Belastingdienst heeft hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof.

In 2016 heeft Alliander de aanslagen vennootschapsbelasting over de jaren 2010 tot en met 2013 voldaan. Hierin is geen rekening gehouden met de genoemde aftrekbare rentelast. Daarnaast heeft e.e.a. gevolgen voor de tijdigheid van verliesverrekeningen. In overleg met externe deskundigen heeft het management besloten de in 2016 en 2017 betaalde vennootschapsbelasting betrekking hebbende op het hiervoor vermelde geschil als vordering op te nemen. Aanvullend speelt eenzelfde kwestie voor de dividendbelasting. Hiervoor zijn geen (voorlopige) aanslagen betaald. Eveneens in overleg met externe deskundigen heeft het management besloten hiervoor geen voorziening te verantwoorden. De totale maximale exposure voor Alliander bedraagt rond de € 35 miljoen.

Voor de niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen hebben ten opzichte van ultimo 2016 geen significante wijzigingen plaats gehad.