Kwaliteitsborging toezicht
Evaluatie
De zelfevaluatie van de Raad van Commissarissen vond in 2015 plaats zonder externe begeleiding. Tijdens de zelfevaluatie is gesproken over functioneren van de Raad van Commissarissen als geheel en van de leden afzonderlijk, de werkrelatie tussen de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur en het functioneren van de commissies.
De leden van de Raad van Commissarissen zijn over het algemeen tevreden over het functioneren van de Raad als geheel. De samenwerking verloopt constructief en plezierig met inhoudelijke discussies op hoog niveau. De RvC-leden vinden dat het beter gaat dan in voorgaande jaren. Wel is het tijdsbeslag sterk toegenomen, vooral de WNT en de uitruil van netwerken tussen Enexis en Alliander vergden het afgelopen jaar veel tijd en aandacht. Over het functioneren van de afzonderlijke leden werd weinig opgemerkt. De grote diversiteit in de samenstelling krijgt waardering en balanceert de bijdragen aan de discussie.
De verhouding Raad van Commissarissen-Raad van Bestuur wordt als open en volwassen ervaren. De Raad van Commissarissen is van oordeel dat ‘operatie’ en ‘betekenis van kosten’ als thema’s nog te weinig aan bod komen. Daarnaast zou de Raad graag meer inzicht krijgen in de personele managementkwaliteiten in de organisatie. Verder is besproken hoe de informatievoorziening verder aan kwaliteit en effectiviteit kan winnen.
Uit de evaluatie is gebleken dat men zich kan vinden in het huidige functioneren van de commissies. Financiële kennis bij meer leden van de Auditcommissie blijft een punt van aandacht. Dat geldt overigens ook voor de Raad van Commissarissen als geheel. In het kader van lifelong learning zou hier aandacht aan moeten worden besteed.
Educatie
De Raad van Commissarissen hanteert een leerprogramma dat tot doel heeft de kennis en deskundigheid van leden van de Raad op peil te houden en zo nodig te verbreden. In dit kader heeft de heer F. Rooijers, directeur van onderzoeks- en adviesbureau CE Delft, het rapport ‘Net voor de toekomst’ gepresenteerd. In dit rapport is de impact van de verduurzaming op de gas- en elektriciteitsnetten in kaart gebracht. De Raad van Commissarissen heeft de presentatie als informatief en verhelderend ervaren.
De heer Roetert heeft als nieuwe commissaris een introductieprogramma doorlopen en in dat kader kennismakingsgesprekken gevoerd met de leden van de Raad van Bestuur. Verder is aandacht besteed aan de corporate governance van Alliander, de ondernemingsactiviteiten en de verantwoordelijkheden behorend bij het commissariaat. Daarnaast heeft de heer Roetert een rondleiding gekregen in het bedrijfsvoeringscentrum in Arnhem en informerende gesprekken gevoerd met het dagelijks bestuur van de Centrale Ondernemingsraad en een aantal sleutelfunctionarissen binnen Alliander.
Insiderregeling
Alle leden van de Raad van Commissarissen hebben een verklaring omtrent de naleving van de insiderregeling ondertekend. Deze regeling beoogt dat bij bepaalde transacties (de schijn van) handelen met gebruik van voorwetenschap en vermenging van zakelijke en privébelangen wordt voorkomen. Personen die direct of indirect bij transacties van Alliander in financiële instrumenten betrokken zijn of over voorwetenschap kunnen beschikken, worden als insider aangemerkt.
Onafhankelijkheid en tegenstrijdige belangen
Het reglement van de Raad van Commissarissen bevat regelingen met betrekking tot onder andere onafhankelijkheid, nevenfuncties en tegenstrijdige belangen. De Raad van Commissarissen is zo samengesteld dat de leden, onafhankelijk van elkaar, van de Raad van Bestuur of van enig bijkomend belang kunnen optreden in de zin van de Code. Alle leden van de Raad van Commissarissen zijn onafhankelijk in de zin van best practice III.2.2 van de Code. Mevrouw Van der Linde is niet onafhankelijk zoals voorgeschreven in artikel 11, lid 2b van de Elektriciteitswet 1998 respectievelijk artikel 3, lid 2b van de Gaswet vanwege haar commissariaten bij Wintershall Nederland B.V. en Wintershall Noordzee B.V. Alle andere commissarissen zijn wel onafhankelijk in de zin van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet. Dit houdt in dat geen van hen een directe of indirecte binding heeft met een organisatorische eenheid die elektriciteit of gas produceert, aankoopt of levert.
Nevenfuncties van de leden van de Raad van Commissarissen worden gemeld aan de voorzitter van de Raad van Commissarissen en vermeld in het jaarverslag. Geen van de RvC-leden heeft een nevenfunctie die conflicterend is met de functie van commissaris bij Alliander.
Geen van de commissarissen heeft meer dan vijf commissariaten bij Nederlandse beursvennootschappen, waardoor wordt voldaan aan bepaling III.3.4 van Code. Ook bekleedt geen van de commissarissen meer dan vijf ‘zware’ toezichthoudende functies als bedoeld in de Wet Bestuur en Toezicht.
In 2015 zijn er geen materiële transacties geweest waarbij tegenstrijdige belangen van commissarissen hebben gespeeld (als bedoeld in bepalingen III.6.1 tot en met III.6.3 van de Code), noch hebben er materiële transacties plaatsgevonden tussen Alliander en natuurlijke of rechtspersonen die tenminste tien procent van de aandelen in de vennootschap houden (als bedoeld in bepaling III.6.4 van de Code). De overige transacties met de grootaandeelhouders zijn toegelicht in de jaarrekening.