Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan: de Algemene Vergadering van Aandeelhouders de Raad van Commissarissen van Alliander N.V.

Verklaring over de jaarrekening

Ons oordeel

Naar ons oordeel:

  • geeft de in dit jaarverslag opgenomen geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Alliander N.V. op 31 december 2015 en van het resultaat en de kasstromen over 2015, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie (EU-IFRS) en met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW);
  • geeft de in dit jaarverslag opgenomen enkelvoudige jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Alliander N.V. op 31 december 2015 en van het resultaat over 2015 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.

Wat we hebben gecontroleerd

Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 2015 van Alliander N.V. te Arnhem (‘de vennootschap’) gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde jaarrekening van Alliander N.V. en dochtermaatschappijen (samen: ‘de groep’) en de enkelvoudige jaarrekening.

De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit:

  • de geconsolideerde balans per 31 december 2015;
  • de volgende overzichten over 2015: de geconsolideerde winst-en-verliesrekening, het overzicht totaalresultaat, het geconsolideerde kasstroomoverzicht en het geconsolideerde mutatie-overzicht eigen vermogen; en
  • de toelichting met een overzicht van de belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen.

De enkelvoudige jaarrekening bestaat uit:

  • de enkelvoudige balans per 31 december 2015;
  • de enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2015; en
  • de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen.

Het stelsel voor financiële verslaggeving dat is gebruikt voor het opmaken van de geconsolideerde jaarrekening is EU-IFRS en de relevante bepalingen uit Titel 9 Boek 2 BW en het stelsel dat is gebruikt voor het opmaken van de enkelvoudige jaarrekening is Titel 9 Boek 2 BW.

De basis voor ons oordeel

Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’.

Wij zijn onafhankelijk van Alliander N.V. zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assuranceopdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).

Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Onze controle-aanpak

Samenvatting en context

Wij ontwerpen onze controle-aanpak door het bepalen van materialiteit en het identificeren en inschatten van het risico van materiële afwijkingen in de jaarrekening. Wij besteden bijzondere aandacht aan die gebieden waar de Raad van Bestuur subjectieve schattingen heeft gemaakt, bijvoorbeeld bij significante schattingen waarbij veronderstellingen over toekomstige gebeurtenissen worden gemaakt die inherent onzeker zijn, zoals de veronderstellingen bij de goodwill, voorzieningen, precario, netverliezen, levensduur en bijzondere waardevermindering van vaste activa, (latente) belastingen en de voorlopige verwerking van de aan- en verkoop van bedrijfsonderdelen. Bij al onze controles besteden wij aandacht aan het risico van het doorbreken van de interne beheersingsmaatregelen door de Raad van Bestuur waaronder het evalueren van risico’s op materiële afwijkingen als gevolg van fraude op basis van een analyse van mogelijke belangen van de Raad van Bestuur.

Wij hebben er voor gezorgd dat het controleteam over voldoende specialistische kennis en expertise beschikt die nodig zijn voor de controle van een netwerkbedrijf en netbeheerder. Wij hebben specialisten op het gebied van IT, fiscaliteit, treasury, waardering, regulering en corporate governance in ons team opgenomen.

Materialiteit:

  • € 10 miljoen, gebaseerd op 0,75% van de totale kosten.

Reikwijdte van de controle

  • Wij hebben in onze controlewerkzaamheden specifiek aandacht besteed aan de significante onderdelen Alliander N.V. en Liander N.V.
  • Wij hebben – naast de hieronder genoemde kernpunten – in het bijzonder aandacht besteed aan de expiratie van de credit default swap en de vrijval van de bijbehorende voorziening, claims en juridische geschillen tegen de vennootschap, de remuneratie van de raden van bestuur en commissarissen en de interne beheersing inclusief het business control framework.
  • Dekking controlewerkzaamheden: 95% van de geconsolideerde omzet en 90% van het geconsolideerde balanstotaal.

Kernpunten

  • Gebruiksduur van de materiële vaste activa
  • Verkoop Endinet Groep B.V. en aankoop Aktivabedrijf Enexis Friesland B.V.
  • Onzekere belastingpositie
  • ‘Strip risk’ op de cross border leasetransacties
 

Materialiteit

De reikwijdte van onze controle wordt beïnvloed door het toepassen van materialiteit. Het begrip ‘materieel belang’ wordt toegelicht in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheid voor de controle van de jaarrekening’.

Wij bepalen kwantitatieve grenzen voor materialiteit. Deze grenzen, als ook de kwalitatieve overwegingen daarbij, helpen ons om de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden voor de individuele posten en toelichtingen in de jaarrekening te bepalen en om het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel te evalueren.

Op basis van onze professionele oordeelsvorming hebben wij de materialiteit voor de jaarrekening als geheel als volgt bepaald:

Materialiteit voor de groep

€ 10 miljoen (2013: € 10 miljoen).

Hoe is de materialiteit bepaald

0,75% van de totale kosten.

De overwegingen voor de gekozen benchmark

Wij hebben deze benchmark toegepast op basis van onze analyse van de gebruikers van de jaarrekening en het belang van de kosten binnen de gereguleerde omgeving. De netbeheerders zijn verantwoordelijk om de energienetten in goede conditie te houden, te zorgen voor de distributie en het aansluiten van klanten op de energienetten. Als vergoeding ontvangt Alliander N.V. zowel opbrengsten uit het vrije domein als gereguleerde opbrengsten. Deze gereguleerde opbrengsten vloeien voort uit hoofde van de transport- en aansluitdiensten van elektriciteit en gas naar klanten en omvatten vaste componenten, zijnde het toegestane capaciteitstarief. De vaststelling van het toegestane capaciteitstarief door de Autoriteit Consument & Markt (‘ACM’) is grotendeels gebaseerd op de gemaakte kosten ten behoeve van het gereguleerde domein.

De op deze wijze bepaalde materialiteit hebben wij getoetst aan alternatieve benchmarks die op basis van de analyse van de informatie behoeften van gebruikers, ook relevant kunnen zijn. Deze alternatieve benchmarks zijn gebaseerd op de winst voor belastingen en de waarde van de elektriciteits- en gasnetten.

Toepassing van de benchmark van 5% van de winst voor belasting zou resulteren in een hogere materialiteit van € 13 miljoen (2014: € 20 miljoen).

Materialiteit voor groepsonderdelen

Aan elk groepsonderdeel, binnen de reikwijdte van onze controle, is, op basis van onze oordeelsvorming, een materialiteit toegerekend die lager ligt dan de materialiteit voor de groep als geheel. De materialiteit die we hebben toegerekend aan de groepsonderdelen lag tussen de € 6 miljoen en € 9 miljoen.

Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen materieel zijn.

Wij zijn met de Raad van Commissarissen overeengekomen dat wij aan de raad tijdens onze controle geconstateerde afwijkingen boven de € 1 miljoen (2014: € 1 miljoen) rapporteren, alsmede kleinere afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen relevant zijn. Wij hebben alle geconstateerde afwijkingen, inclusief afwijkingen van een kleinere omvang dan € 1 miljoen, gerapporteerd aan de Raad van Bestuur. Deze geconstateerde afwijkingen zijn aangepast.

De reikwijdte van onze groepscontrole

Alliander N.V. staat aan het hoofd van een groep van entiteiten. De financiële informatie van deze groep is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Alliander N.V.

De controle heeft zich specifiek gericht op de significante groepsonderdelen Alliander N.V. en Liander N.V. Daarnaast hebben wij onder andere de consolidatie van de groep en de toelichtingen in de jaarrekening gecontroleerd. Alle werkzaamheden bij de groepsonderdelen zijn door hetzelfde controleteam uitgevoerd.

Bij groepsonderdelen Alliander N.V. en Liander N.V. zijn controles van de volledige financiële informatie uitgevoerd, omdat deze groepsonderdelen individueel een significante omvang hebben. Bij de resterende groepsonderdelen zijn specifieke controlewerkzaamheden op geïdentificeerde significante of hogere risico’s verricht.

In totaal hebben wij met het uitvoeren van deze werkzaamheden de volgende dekking over onderstaande jaarrekeningposten verkregen:

  • Omzet 95%
  • Balanstotaal 90%
  • Resultaat voor belasting 88%

De groepsonderdelen die niet onder de reikwijdte van de controle vallen vertegenwoordigen geen van allen meer dan 3% van de geconsolideerde omzet of het geconsolideerde balanstotaal. Op de financiële informatie van deze resterende groepsonderdelen hebben we op groepsniveau, onder meer, cijferanalyses uitgevoerd om onze inschatting, dat deze onderdelen geen significante risico’s op materiële fouten bevatten, te bevestigen.
Door bovengenoemde werkzaamheden bij (groeps)onderdelen, gecombineerd met aanvullende werkzaamheden op groepsniveau, hebben wij voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële informatie van de groep verkregen om een oordeel te geven over de geconsolideerde jaarrekening.

De kernpunten van onze controle

In de kernpunten van onze controle beschrijven wij zaken die naar ons professionele oordeel het meest belangrijk waren tijdens de controle van de jaarrekening. De kernpunten hebben wij met de Raad van Commissarissen gecommuniceerd, maar vormen geen volledige weergave van alle risico’s en punten die wij tijdens onze controle hebben geïdentificeerd en hebben besproken. Wij hebben de kernpunten beschreven met daarbij een samenvatting van de op deze punten door ons uitgevoerde werkzaamheden.

Wij hebben onze controlewerkzaamheden met betrekking tot deze kernpunten bepaald in het kader van de jaarrekeningcontrole als geheel. Onze bevindingen ten aanzien van individuele kernpunten moeten in dat kader worden bezien en niet als afzonderlijke oordelen over deze kernpunten of over specifieke elementen van de jaarrekening.

De kernpunten ‘Gebruiksduur van de materiële vaste activa’, ‘Onzekere belastingpositie’ en ‘Strip risk’ op de cross border leasetransacties’ zijn evenals voorgaand jaar aangemerkt als kernpunt. Verkoop Endinet Groep B.V. en aankoop Aktivabedrijf Enexis Friesland B.V.’ is een nieuw kernpunt. Het in 2014 opgenomen kernpunt ‘Waardering Credit Default Swaps (CDS) inclusief voorziening risico CDS’ is in 2015 vanwege de expiratie van de CDS en de vrijval van de voorziening niet langer aangemerkt als kernpunt van onze controle.

Kernpunten

 

Onze controlewerkzaamheden op de kernpunten

Gebruiksduur van de materiële vaste activa

  

De toelichtingen op de materiële vaste activa zijn opgenomen in de waarderingsgrondslagen en noten 3, 26 en 35.

  
   

De gebruiksduur van de materiële vaste activa is aangemerkt als kernpunt, aangezien de materiële vaste activa de meest significante balanspost in de jaarrekening is en gezien de subjectiviteit van de inschatting van de gebruiksduur. De materiële vaste activa hebben op 31 december 2015 een boekwaarde van € 5,9 miljard, onderverdeeld in bedrijfsgebouwen en -terreinen, netwerken, overige vaste bedrijfsmiddelen en activa in uitvoering. Op basis van EU-IFRS is de Raad van Bestuur verplicht jaarlijks de gebruiksduur van de materiële vaste activa te heroverwegen. Deze heroverweging van de gebruiksduur was met name significant voor onze controle van de netwerken vanwege de omvang van € 5,0 miljard. Als gevolg van de voortdurende ontwikkelingen in het energielandschap, die relevant zijn voor alle netbeheerders, worden de schattingen van de gebruiks duur van elektriciteits- en gasnetwerken beïnvloed door markt- en technologische ontwikkelingen, regulatorische en politieke overwegingen in combinatie met de keuzemogelijkheden in de onderhouds- en investeringsplannen. Dit leidt ertoe dat dit proces van heroverweging van de gebruiksduur complex is, om managementinschatting over de onderliggende veronderstellingen vraagt en daarmee inherent subjectief is. Gedurende 2015 heeft een uitgebreide evaluatie door het management plaatsgevonden met specifieke aandacht voor de gasnetten en de traditionele meters. Deze evaluatie heeft niet geleid tot aanpassingen in de gehanteerde gebruiksduur van de materiële vaste activa.

 

Als onderdeel van onze controlewerkzaamheden hebben wij getest dat de hiernaast genoemde veronderstellingen in de jaarlijkse door management uitgevoerde evaluatie van de gebruiksduur en de boekwaarde per 31 december 2015 van individuele groepen van activa, zoals meters, leidingen en onderstations redelijk zijn, mede in het licht van genoemde ontwikkelingen, en consistent zijn toegepast. Hierbij hebben wij gebruik gemaakt van onder andere bekende onderhoudsgegevens en de verwachte investeringen op basis van onder andere de strategische langetermijnplanningen van de vennootschap. De vennootschap heeft een additionele analyse uitgevoerd op de levensduren van de gasnetten, mede gezien de ontwikkelingen in de energietransitie. Hieruit volgt onder andere dat op basis van IAS 16 de economische levensduur gelijkgesteld is aan de regulatorische levensduur zodat kosten en opbrengsten tegelijkertijd worden gerealiseerd en dat de vennootschap een wettelijke aansluit- en instandhoudplicht heeft voor zowel gas- als elektriciteitsnetten.
Wij kunnen ons vinden in de conclusie van de Raad van Bestuur dat per 31 december 2015 geen materiële aanpassing in de gebruiksduur van de materiële vaste activa benodigd is.

Kernpunten

 

Onze controlewerkzaamheden op de kernpunten

Verkoop Endinet Groep B.V. en aankoop Aktivabedrijf Enexis Friesland B.V.

  

De toelichtingen ten aanzien van deze transacties zijn opgenomen in de waarderingsgrondslagen en noot 36.

  
   

Alliander N.V. en Enexis Holding N.V. zijn op 27 juli 2015 overeen gekomen een deel van de netwerken uit te ruilen Per 1 januari 2016 heeft Alliander N.V. de aandelen van Aktivabedrijf Enexis Friesland B.V. (netwerken in Friesland en de Noordoostpolder) gekocht van Enexis Holding N.V. Per dezelfde datum heeft Alliander N.V. de aandelen van Endinet Groep B.V. (netwerken in de regio Eindhoven en Zuidoost- Brabant) verkocht aan Enexis Holding N.V. Endinet Groep B.V. is per 31 december 2015 derhalve verantwoord als ‘activa en passiva aangehouden voor verkoop’ en als ‘resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten’. De transactie heeft in januari 2016 geresulteerd in een voorlopige bijbetaling van € 365 miljoen door Enexis Holding N.V. aan Alliander N.V. De waardering van de geruilde netwerken is bepalend voor de boekwinst op het verkochte deel en de goodwill op het aangekochte deel.
De (voorlopige) reële waarde van Endinet Groep B.V. is bepaald op
€ 705 miljoen. De voorlopige boekwinst, die Alliander behaalt met de verkoop en die in 2016 zal worden verantwoord, bedraagt € 173 miljoen.
De (voorlopige) koopprijs van de aandelen van Aktivabedrijf Enexis Friesland B.V. bedraagt € 340 miljoen.
Externe deskundigen ondersteunen Alliander N.V. bij de toerekening van de koopprijs aan de individuele activa en passiva. Deze toerekening is door Alliander N.V. als voorlopig aangemerkt, aangezien de in genoemde overeenkomst tussen Alliander N.V. en Enexis Holding N.V. afgesproken jaarrekening van Aktivabedrijf Enexis Friesland B.V., die de basis is voor de afrekening, nog niet beschikbaar is en daardoor nog een aantal onzekerheden resteert.

 

Als onderdeel van onze controlewerkzaamheden hebben wij kennis genomen van de genoemde overeenkomst en andere juridische documenten die ten grondslag liggen aan de transacties. Wij hebben vastgesteld dat Endinet Groep B.V. in overeenstemming met IFRS 5 is verantwoord als ‘activa en passiva aangehouden voor verkoop’ en als ‘resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten’. Wij hebben vastgesteld dat de voorlopige betaling per bank is ontvangen.
Ondersteund door onze waarderings specialisten, hebben wij de berekeningen van de (voorlopige) reële waarde van Endinet Groep B.V. en de (voorlopige) koopprijs van de aandelen van Aktivabedrijf Enexis Friesland B.V. getoetst. Wij hebben de hierbij door de Raad van Bestuur gehanteerde aannames aangaande cashflowprognoses voor de (middel)lange termijn, regulatorische ontwikkelingen, outperformance effecten en synergievoordelen beoordeeld.
De deskundigheid en objectiviteit van de externe deskundigen hebben wij beoordeeld.
Tenslotte hebben wij getoetst of de transacties, inclusief de belangrijkste onzekerheden, adequaat en in overeenstemming met IFRS 3 worden toegelicht in de jaarrekening als gebeurtenissen na balansdatum.

Kernpunten

 

Onze controlewerkzaamheden op de kernpunten

Onzekere belastingpositie

  

De toelichting ten aanzien van dit punt is opgenomen in noot 20.

  
   

De onzekere belastingpositie is aangemerkt als kernpunt, aangezien dit voortdurende verschil van inzicht tussen Alliander N.V. en de Belastingdienst resulteert in een significante onzekerheid. In november 2010 heeft Alliander N.V. een achtergestelde eeuwigdurende obligatielening uitgegeven voor een bedrag van nominaal € 500 miljoen. In 2013 is deze achtergestelde eeuwigdurende obligatielening afgelost. Onder EU-IFRS kwalificeert dit instrument als eigen vermogen. Bij de betaling van de periodieke vergoedingen aan de houders van deze lening is uitgegaan van aftrekbare kosten voor de vennootschaps belasting. De Belastingdienst heeft aangegeven de aftrekbaarheid van de periodieke vergoedingen niet te accepteren. In 2015 is het door Alliander N.V. ingediende bezwaar door de Belastingdienst afgewezen. Alliander N.V. heeft op 23 april 2015 een beroepschrift ingediend tegen deze uitspraak op bezwaar en deze beroepsprocedure loopt nog. De Raad van Bestuur verwacht dat de maximale impact voor Alliander N.V. per balansdatum een bedrag tussen de € 20 miljoen en € 30 miljoen bedraagt, gebaseerd op de vennootschapsbelasting over de periodieke vergoedingen over de jaren 2010 tot en met 2013, vermeerderd met een inschatting van de wettelijke rente. Op basis van schriftelijke opinies van externe juridische en belastingdeskundigen heeft de Raad van Bestuur geconcludeerd dat het waarschijnlijk is dat de door Alliander N.V. in de aangifte ingenomen positie aanvaard zal worden en heeft derhalve besloten hiervoor geen voorziening te verantwoorden.

 

Ondersteund door onze belasting specialisten, hebben wij onder andere de correspondentie tussen de Belastingdienst, Alliander N.V. en de door management ingeschakelde externe deskundigen gelezen, en beoordeeld in hoeverre de inschatting van het management redelijk is en voldoende is onderbouwd. De deskundigheid en objectiviteit van de externe deskundigen hebben wij beoordeeld. Tevens zijn wij nagegaan of de onzekere belastingpositie adequaat is toegelicht.

 

Kernpunten

 

Onze controlewerkzaamheden op de kernpunten

Strip risk’ op de cross border leasetransacties

  

De toelichtingen op de cross border leases transacties zijn opgenomen in de waarderings¬grondslagen en noten 3, 19 en 34.

  
   

Het ‘strip risk’ op de cross border leasetransacties is aangemerkt als kernpunt, aangezien dit een significante niet uit de balans blijkende verplichting uit hoofde van de cross border leasecontracten betreft. Het ‘strip risk’ is het gedeelte van de ‘termination value’ dat bij een vroegtijdige beëindiging door Alliander N.V. van de cross border leasetransactie niet kan worden voldaan uit de hiertoe aangehouden deposito’s en beleggingen. Ultimo december 2015 bedraagt het ‘strip risk’ voor alle transacties tezamen $ 180 miljoen (ultimo 2014: $ 194 miljoen). De hoogte van het ‘strip risk’ wordt in belangrijke mate beïnvloed door de rente ontwikkeling in de Verenigde Staten.
Alliander N.V. is contractueel niet verplicht mee te werken aan een verzoek tot vroegtijdige beëindiging van een CBL door een investeerder. Op basis van een afweging van de te maken kosten in relatie tot de afname van het risico dat de vennootschap loopt, kan de Raad van Bestuur besluiten in te gaan op een verzoek tot beëindiging van een lease door een investeerder. In 2015 zijn de ENW-deeltransacties op verzoek van de investeerder beëindigd.

 

Wij hebben vastgesteld dat de berekening van het ‘strip risk’ juist is uitgevoerd. De ‘termination value’ hebben wij aangesloten met hetgeen contractueel bepaald is in de leaseovereenkomsten. De waarde van de aangehouden deposito’s en beleggingen hebben wij aangesloten met de bevestigingen van door ons objectief en deskundig aangemerkte derde partijen. Wij hebben op basis van de contracten vastgesteld dat de vennootschap het recht heeft de contracten niet vroegtijdig te beëindigen en dat de vennootschap nu en in de toekomst niet kan worden aangesproken voor een tekort, zolang de contracten niet vroegtijdig worden beëindigd. De Raad van Bestuur heeft ons bevestigd dat er geen intenties zijn dat Alliander N.V. de contracten vroegtijdig beëindigt. Deze bevestiging is consistent met andere kennis die wij hebben uit onze controle-werkzaamheden, waaronder het kennis nemen van de notulen van vergaderingen van de Raad van Bestuur en het aanwezig zijn bij de vergaderingen van de Auditcommissie en de Raad van Commissarissen. Tevens hebben wij de juiste verwerking van de op initiatief van de betrokken investeerder vervroegd beëindigde ENW-deeltransacties getoetst. Tenslotte hebben wij beoordeeld en vastgesteld dat de cross border leaseposities, waaronder het ‘strip risk’, adequaat worden toegelicht in de jaarrekening.

Verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen

De raad van bestuur is verantwoordelijk voor:

  • het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met EU-IFRS en met Titel 9 Boek 2 BW, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW, en voor
  • een zodanige interne beheersing die de Raad van Bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude

Bij het opmaken van de jaarrekening moet de Raad van Bestuur afwegen of de vennootschap in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemde verslaggevingsstelsels moet de Raad van Bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de Raad van Bestuur het voornemen heeft om de vennootschap te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. De Raad van Bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de vennootschap haar bedrijfsactiviteiten kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.

De Raad van Commissarissen is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de vennootschap.

Onze verantwoordelijkheid voor de controle van de jaarrekening

Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. Ons controleoordeel beoogt een redelijke mate van zekerheid te geven dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een redelijke mate van zekerheid is een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle afwijkingen ontdekken. Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen.

Een meer gedetailleerde beschrijving van onze verantwoordelijkheden is opgenomen in de bijlage bij ons rapport.

Verklaring betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde vereisten

Verklaring betreffende het jaarverslag en de overige gegevens

Wij vermelden op basis van de wettelijke verplichtingen onder Titel 9 Boek 2 BW (betreffende onze verantwoordelijkheid om te rapporteren over het jaarverslag en de overige gegevens):

  • dat wij geen tekortkomingen hebben geconstateerd naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de door Titel 9 Boek 2 BW vereiste overige gegevens zijn toegevoegd.
  • dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.

Onze benoeming

Wij zijn, op basis van een voordracht daartoe door de Raad van Commissarissen, benoemd als externe accountant van Alliander N.V. door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 8 april 2015. Het verslagjaar 2015 is ons laatste jaar als controlerend accountant van de vennootschap als gevolg van de vigerende regelgeving voor rotatie van accountantsorganisaties.

Amsterdam, 23 februari 2016
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.

Origineel ondertekend door
drs. R. Dekkers RA

Bijlage bij onze controleverklaring over de jaarrekening 2015 van Alliander N.V.

In aanvulling op wat is vermeld in onze controleverklaring hebben wij in deze bijlage onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening nader uiteengezet en toegelicht wat een controle inhoudt.

De verantwoordelijkheden van de accountant voor de controle van de jaarrekening

Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze doelstelling is om een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de jaarrekening vrij van materiële afwijkingen als gevolg van fouten of fraude is. Onze controle bestond onder andere uit:

  • het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;
  • het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit;
  • het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door de Raad van Bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan;
  • het vaststellen dat de door de Raad van Bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de entiteit zijn bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een onderneming haar continuïteit niet langer kan handhaven;
  • het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen en het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen.

Wij communiceren met de Raad van Commissarissen onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.

Wij bevestigen aan de Raad van Commissarissen dat wij de relevante ethische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd. Wij communiceren ook met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.

Wij bepalen de kernpunten van onze controle van de jaarrekening vanuit alle zaken die wij met de Raad van Commissarissen hebben besproken. Wij beschrijven deze zaken in onze controleverklaring, tenzij dit is verboden door wet- of regelgeving of in buitengewoon zeldzame omstandigheden wanneer het niet vermelden in het belang is van het maatschappelijk verkeer.