GRI index
Voor de volledige GRI Indextabel verwijzen wij u naar de PDF
Standaard informatie | Indicator | Verwijzing | |||
---|---|---|---|---|---|
ALGEMENE INFORMATIE | |||||
STRATEGIE EN ANALYSE | |||||
G4-1 | Verklaring van de hoogste beslissingsbevoegde over de relevantie van duurzame ontwikkeling voor de organisatie en haar strategie | Ons verhaal over 2015 | |||
G4-2 | Beschrijving van belangrijke gevolgen, risico’s en mogelijkheden |
Materialiteitstoets Ons verhaal over 2015 |
|||
ORGANISATIEPROFIEL | |||||
G4-3 | Naam van de organisatie |
Alliander N.V. Over ons bedrijf |
|||
Alliander N.V. | |||||
G4-4 | Voornaamste merken, producten en/of diensten | Over ons bedrijf | |||
G4-5 | Locatie van het hoofdkantoor van de organisatie | Over ons bedrijf | |||
Utrechtseweg 68, 6812 AH te Arnhem Tijdelijk adres 2016: Groningensingel 1, 6835 EA te Arnhem |
|||||
G4-6 | Het aantal landen waar de organisatie actief is (met relevantie voor de duurzaamheidskwesties) |
Over ons bedrijf |
|||
Alliander is gevestigd in Nederland en Duitsland | |||||
G4-7 | Eigendomstructuur en de rechtsvorm |
Over ons bedrijf Corporate Governance |
|||
G4-8 | Afzetmarkten (geografische verdeling, sectoren en soorten klanten) | Over ons bedrijf | |||
G4-9 | Omvang van de organisatie | 2015 in cijfers | |||
CO2 is exclusief Stam en AG | |||||
G4-10 | Totale personeelsbestand naar type werk, arbeidsovereenkomst en regio | Medewerkers | |||
Zie tabel "overige informatie": overige bedrijfsgerelateerde informatie (G4-LA1) voor een specificatie van de medewerker aantallen. De weergave betreft de activiteiten in Nederland, een weergave naar regio is niet materieel. Aard van de werkzaamheden leidt tot continuiteit in medewerkersbestand, er is geen sprake van grote fluctuatie in het medewerkersbestand. |
|||||
G4-11 | Percentage werknemers dat onder een collectieve arbeidsovereenkomst valt | Alle medewerkers vallen onder het cao-akkoord ’Cao Netwerkbedrijven welke een looptijd heeft van 1 november 2015 tot 1 mei 2018, tussen vakbonden en de gezamenlijke netbeheerders. | |||
G4-12 | De waarde- en leveringsketen van de organisatie |
Onze rol in de energiesector Waardecreatie voor stakeholders |
|||
G4-13 | Significante veranderingen tijdens de verslaggevingsperiode wat betreft omvang, structuur, eigendom of de waardeketen | Er zijn in 2015 geen significante veranderingen geweest betreffende de omvang, structuur, eigendom of de waardeketen | |||
G4-14 | Toelichting over toepassing van het voorzorgsprincipe |
Risicomanagement Kolom toelichting |
|||
De afdeling risicomanagement is onderdeel van de corporate governance van Alliander, en daarnaast wordt risicomanagement ook toegepast binnen de operationele processen. | |||||
G4-15 | Extern ontwikkelde economische, milieugerelateerde en sociale charters, principes of andere initiatieven die organisatie onderschrijft of bekrachtigt |
Interactie met stakeholders |
|||
Alliander onderschrijft: - ILO Conventies - OESO-richtlijnen In 2015 participeerden wij in de volgende Nederlandse maatschappelijke initiatieven: - Sectorarrangement werkgelegenheid; - Energie Akkoord; - Green Deals: Fair Meter, Circulair Inkopen, Circulaire Gebouwen, Watt voor Watt, Warmtenetwerk. |
|||||
G4-16 | Lidmaatschappen van verenigingen en/of nationale internationale belangenorganisaties | Interactie met stakeholders | |||
MATERIELE ASPECTEN EN AFBAKENING | |||||
G4-17 | Overzicht van entiteiten opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van de organisatie of in gelijkwaardige documentatie. b. Entiteiten in de geconsolideerde jaarrekening die niet zijn opgenomen in het verslag |
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening |
|||
G4-18 | Proces voor het bepalen van de inhoud van het verslag |
Materialiteitstoets Interactie met stakeholders |
|||
G4-19 | Overzicht van alle materiële aspecten die geïdentificeerd zijn in het proces voor het bepalen van de inhoud van het verslag |
Materialiteitstoets |
|||
G4-20 | Vaststelling van de Afbakening van Aspecten binnen de organisatie |
Stakeholderdialoog als basis voor dit verslag Onze rol in de energiesector |
|||
De financiële informatie in dit jaarverslag is geconsolideerd voor Alliander en alle dochterondernemingen. In de maatschappelijke informatie zijn alleen Alliander en de belangrijkste dochterondernemingen voor 2015, te weten Liander, Endinet en Liandon, geconsolideerd. Acquisities en desinvesteringen zijn verantwoord in de toelichting op de jaarrekening. Voor de acquisities geldt dat deze meelopen in de data-uitvraag voor de niet-financiële data. Voor investeringen in minderheidsdeelnemingen geldt dat deze geen onderdeel uitmaken van de data uitvraag voor de niet-financiële data. Daar waar wordt afgeweken van de hierboven aangegeven afbakening wordt in de GRI Index per aspect aangegeven hoe dit gebeurt binnen de kolom "Toelichting". |
|||||
G4-21 | Vaststelling van de Afbakening van Aspecten buiten de organisatie. |
Materiele aspecten die buiten de grenzen van de organisatie vallen en waarover gerapporteerd wordt zijn de volgende: Veilig en gezond werken: leveranciers Energietransitie: keten Energiegebruik en CO2: scope 1, 2 en 3 Wanneer van bovenstaande wordt afgeweken wordt per aspect of indicator dit toegelicht in de kolom "Toelichting" |
|||
G4-22 | Verslag van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de informatie verstrekt in eerdere rapporten, en de redenen voor deze aanpassingen | De CO2 KPI is aangepast. Er is een schattingswijziging geweest die heeft geleid tot een verandering in het totale CO2 getal. Specifiek is de conversiefactor van lekverliezen gas aangepast waardoor de waarde 50.000 kiloton lager uitvalt. | |||
G4-23 | Significante veranderingen ten opzichte van vorige verslagperiodes ten aanzien van de reikwijdte en aspectenafbakening |
Materialiteitstoets Interactie met stakeholders |
|||
Alliander heeft het proces van materialiteitsbepaling in 2015 verfijnd ten opzichte van 2014. Dezelfde aanpak is gehanteerd maar op basis van input van stakeholders zijn omschrijvingen van indicatoren duidelijker omschreven, zijn sommige samengevoegd en duidelijker gegroepeerd | |||||
BETROKKENHEID BELANGHEBBENDEN | |||||
G4-24 | Lijst van groepen belanghebbenden die de organisatie heeft betrokken |
Interactie met stakeholders Materialiteitstoets |
|||
G4-25 | Basis voor inventarisatie en selectie van belanghebbenden |
Interactie met stakeholders Materialiteitstoets |
|||
G4-26 | Benadering van het betrekken van belanghebbenden waaronder frequentie ervan per type en groep stakeholders |
Interactie met stakeholders Materialiteitstoets |
|||
G4-27 | De voornaamste onderwerpen en vraagstukken die naar voren zijn gekomen door de betrokkenheid van belanghebbenden en hoe de organisatie hierop heeft gereageerd onder meer middels haar verslaglegging |
Onze stakeholders Interactie met stakeholders Materialiteitstoets Strategie Trends en marktontwikkelingen |
|||
VERSLAGPROFIEL | |||||
G4-28 | Verslaggevingsperiode | Dit verslag betreft de periode 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 | |||
G4-29 | Datum van het vorige verslag | Alliander jaarverslag 2014 (1 januari 2014 tot en met 31 december 2014) | |||
G4-30 | Verslaggevingcyclus | Jaarlijks per kalenderjaar | |||
G4-31 | Contactpunt voor vragen over verslag of inhoud ervan | Klanten | |||
U kunt vragen stellen of uw mening geven via communicatie@alliander.com |
|||||
G4-32 | a. De ‘in accordance’ optie die de organisatie heeft gekozen. b. GRI-index voor de gekozen optie. c. Verwijzing naar het externe assurance-rapport, indien het rapport extern is geverifieerd | Onafhankelijk Assurance rapport | |||
In accordance: comprehensive GRI G4.0 Indextabel is toegepast, alsmede sectorsupplement Electric Utilities, uitgave GRI April 2009. Tabel is gepubliceerd op: jaarverslag.alliander.com |
|||||
G4-33 | Beleid en huidige praktijk met betrekking tot het verkrijgen van externe assurance van het verslag |
Alliander vindt het voor haar stakeholders van belang om assurance te verkrijgen bij het maatschappelijk deel van het jaarverslag. Voor het jaarverslag 2015 heeft Alliander een goedkeurend assurance-rapport met een redelijke mate van zekerheid verkregen voor het meest relevante deel van het jaarverslag, namelijk de belangrijkste stuurvariabelen van het bedrijf (financieel én niet financieel). Daarnaast heeft Alliander voor het eerst redelijke mate van zekerheid verkregen bij de meest materiële thema’s voor de verslaggeving (Materialiteitstoets). Ook heeft Alliander een goedkeurend assurance-rapport met beperkte mate van zekerheid verkregen bij de rest van het maatschappelijk deel van het jaarverslag. Ter waarborging van de kwaliteit van de maatschappelijke informatie hanteert Alliander het ‘three-lines-of-defence-model’. Vanuit onder meer de stakeholderdialoog, materialiteitstoets en GRI vindt een uitvraag plaats bij de bedrijfsonderdelen voor de aanlevering van maatschappelijke informatie. De bedrijfsonderdelen vormen de eerste verdedigingslinie en zijn verantwoordelijk voor het aanleveren van betrouwbare informatie. De business controller van het desbetreffende bedrijfsonderdeel, als tweede verdedigingslinie, bewaakt de tijdige en betrouwbare aanlevering door de bedrijfsonderdelen. De business controller toetst onder meer de onderbouwing en analyses aangeleverd door de bedrijfsonderdelen en bouwt een dossier op voor de verificatie door de interne accountantsdienst. De interne accountantsdienst vormt de derde verdedigingslinie en verifieert de maatschappelijke informatie alvorens deze door de externe accountant wordt beoordeeld. De externe accountant vormt het sluitstuk van het verificatieproces en verstrekt uiteindelijk zekerheid, zoals verwoord in haar verklaring. |
|||
ONDERNEMINGSBESTUUR | |||||
G4-34 | Bestuursstructuur van het hoogste bestuurslichaam en de commissies die verantwoordelijk zijn voor de besluitvorming ten aanzien van economische, sociale en ecologische impact |
Corporate Governance Remuneratierapport |
|||
G4-35 | Het proces voor het delegeren van bevoegdheden door het hoogste bestuursorgaan naar managers en andere werknemers inzake de economische, sociale en ecologische onderwerpen | MVO is een integrale verantwoordelijkheid voor alle bedrijfsonderdelen en maakt deel uit van de Planning & Control cyclus. Alle bedrijfsonderdelen beschikken over een analyse van de kwalitatieve en kwantitatieve maatschappelijke effecten van hun bedrijfsvoering. De analyse is leidraad voor aanpak en doelen van het bedrijfsonderdeel. Met de vaststelling van het bedrijfsbeleid en de doelstellingen voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen door de directie van Alliander worden deze uitgangspunt bij het Business Planning en Budget Proces van bedrijfsonderdelen en staf. | |||
G4-36 | Verantwoordelijkheid voor economische, milieu-en sociale onderwerpen, op directieniveau en of functionarissen die rechtstreeks rapporteren aan het hoogste bestuursorgaan. |
De Raad van Bestuur is in zijn geheel verantwoordelijk voor de economische, ecologische en sociale impact van Alliander. Hierbij hebben de leden van de Raad van Bestuur geen specifieke subverantwoordelijkheden 1. De manager MVO communiceert het beleid persoonlijk naar de directeuren van de bedrijfsonderdelen en faciliteert het directieteam bij het vaststellen van kwantificeerbare parameters voor het monitoren van voortgang 2. Het team MVO faciliteert de bedrijfsonderdelen bij het uitwerken van het beleid naar bedrijfsvoering, het formuleren van doelstellingen en waar nodig bij het vaststellen van beleid op specifieke thema’s en aandachtsgebieden 3. De afdeling Corporate Control en het team MVO dragen zorg voor toetsing van de Business Plannen en bedrijfsprestaties aan het beleid 4. MVO maakt deel uit van individuele afspraken met management en medewerkers. Medewerkers worden in staat gesteld bij te dragen aan de doelstellingen en thema’s van het bedrijf 5. In de planning en controlcyclus wordt aandacht besteed aan MVO. De voortgang van de doelstellingen en het MVO beleid worden middels het dashboard en in rapportages bijgehouden. |
|||
G4-37 | Het consultatieproces tussen stakeholders en het hoogste bestuursorgaan over economische, ecologische en sociale onderwerpen |
Materialiteitstoets Corporate Governance |
|||
RvB en RvC consulteren vertegenwoordigers van de stakeholders. Door aanwezigheid of vertegenwoordiging in regulier en ad-hoc overleg wordt actief kennisgenomen van ontwikkelingen en standpunten over strategische thema‘s. De resultaten van het MVO beleid worden met de stakeholders geëvalueerd. Aan de hand van onder meer klantconsultaties, medewerkersbetrokkenheid, aandeelhoudersbijeenkomsten, ronde tafel bijeenkomsten en de Maatschappelijke verslaglegging wordt vastgesteld in welke mate stakeholders het beleid en de resultaten daarvan waarderen. | |||||
G4-38 | De samenstelling van het hoogste bestuursorgaan |
Verslag van de Raad van Commissarissen Personalia RvC/RvB> Governancestructuur Reglement RvC |
|||
Alliander N.V. heeft een ’two-tier’ board waarbij bestuur en toezicht gescheiden zijn in respectievelijk de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen. De informatie ten aanzien van ondervertegenwoordigde groepen is niet beschikbaar , aangezien deze niet materieel is wordt er hier niet over gerapporteerd en is er geen ambitie om hierover op korte termijn te rapporteren |
|||||
G4-39 | Rol van de voorzitter van het hoogste bestuursorgaan |
Personalia RvB Reglement RvC |
|||
G4-40 | Proces voor het bepalen van de kwalificaties en expertise van de leden van het hoogste bestuursorgaan en de criteria voor selectie en benoeming |
Verslag RvC Corporate Governance |
|||
De RvC draagt de verantwoordelijkheid voor de werving en selectie van een bestuurder. Hiertoe wordt een Over ons bedrijfschets opgesteld die is gebaseerd op de strategische doestellingen en ambities voor Alliander en bestaat uit meerdere onderdelen. De belangrijkste zijn: 1) de kerntaken en -verantwoordelijkheden van de vacante functie 2) de selectiecriteria zoals de gevaagde competenties, ervaring en opleiding(en). Bij de benoeming speelt ook de ondernemingsraad een rol. De ondernemingsraad dient in de gelegenheid gesteld te worden advies uit te brengen over de voorgenomen benoeming van de bestuurder. De RvC streeft ernaar dat relevante kennisgebieden voor Alliander zijn vertegenwoordigd in de RvB. Daarnaast streeft de RvC naar een gemengde samenstelling van het bestuur. Benoeming van bestuursleden vindt plaats in overeenstemming met de Wet bestuur en toezicht (beperking aantal nevenfuncties en streefcijfer op het gebied van diversiteit (m/v)) | |||||
G4-41 | Processen waarmee het hoogste bestuursorgaan waarborgt dat strijdige belangen worden vermeden en gemanaged |
Personalia RvB Reglement RvC |
|||
De Nederlandse corporate governance code is bij Alliander verankerd in de statuten, het Reglement van de RvB, het Reglement van de RvC, de reglementen van de commissies van de RvC, in de Gedragscode (incl. Insiderregeling) en in de Klokkenluidersregeling. Nevenfuncties van bestuurders moeten aan de voorzitter van de RvC worden gemeld en ’zware’ nevenfuncties uit hoofde van de Wet bestuur en toezicht moeten worden goedgekeurd door de voorzitter van de RvC. Nevenfuncties van bestuurders worden openbaar bekend gesteld op de website. In het Reglement van de RvB zijn strikte regels opgenomen over tegenstrijdige belangen. In 2015 werden geen belangentegenstellingen gerapporteerd. Daarnaast voorziet het Reglement RvB er in dat in geval van ernstige verschillen van inzicht tussen de RvB-leden, elk lid de mogelijkheid heeft hierover contact op te nemen met de RvC. In 2015 waren er geen fundamentele verschillen | |||||
G4-42 | De rol van het hoogste bestuurslichaam en hooggeplaatste leidinggevenden in de ontwikkeling, goedkeuring, en actualisering van de missie en visie, strategie, beleid en doelstellingen ten aanzien van economische,ecologische en sociale impact |
Strategie Missie, visie en ambitie Doelstellingen & prestaties Corporate Governance |
|||
G4-43 | Maatregelen die zijn genomen om de kennis over economische, ecologische en sociale onderwerpen van het hoogste bestuursorgaan verder te ontwikkelen |
Interactie stakeholders Verslag RvC |
|||
G4-44 | Evaluatieproces van de prestaties van het hoogste bestuursorgaan met betrekking tot de besturing van de economische, ecologische, en sociale onderwerpen en acties ondernomen naar aanleiding van deze evaluatie |
Remuneratierapport Verslag RvC |
|||
G4-45 | De rol van het hoogste bestuursorgaan bij de identificatie en het managen van de economische, ecologische en sociale impact, risico’s en kansen |
Risicomanagement Toelichting risico’s |
|||
G4-46 | De rol van het hoogste bestuursorgaan bij het beoordelen van de effectiviteit van risicomanagementprocessen van de organisatie ten aanzien van economische, ecologische en sociale onderwerpen |
Corporate Governance: risicomanagement |
|||
G4-47 | De frequentie van de evaluatie door het hoogste bestuurslichaam ten aanzien van de economische, ecologische en sociale impact, risico’s en kansen |
Risicomanagement |
|||
Kwartaalbasis | |||||
G4-48 | Het hoogste orgaan of functie die het duurzaamheidsverslag beoordeelt en goedkeurt en tevens zorgdraagt dat alle materiële aspecten aan bod komen | Materialiteitstoets | |||
Nadat de interne beoordelingen zijn verricht wordt het conceptverslag naar Disclosure Committee gestuurd. De uitkomsten van bespreking worden verwerkt. De finaal concept versie wordt voorgelegd en besproken in de RvB. Commentaar wordt verwerkt en vervolgens definitief vastgesteld. De finale versie van het geintegreerd Financieel en Maatschappelijk Jaarverslag wordt beoordeeld en vastgesteld door de leden van de Auditcommissie van de RvC. Eventueel commentaar wordt in de finale versie verwerkt. |
|||||
G4-49 | Het proces voor communicatie over kritische zorgen aan het hoogste bestuursorgaan |
Corporate Governance, Hoofdlijnen governance structuur |
|||
De communicatie van kritieke zorgen richting de RvB gaat onder andere via de vertrouwenspersoon, die de melding van een medewerker ontvangt. Daarnaast kunnen meldingen ook binnen komen op grond van de Gedragscode of de Klokkenluidersregeling. De grootaandeelhouders en de Centrale Ondernemingsraad voeren regelmatig overleg met de RvB. Ook hier kunnen kritieke zorgen worden geuit. Daarnaast wordt de RvB door de afdeling Woordvoering en Public Affairs, die communiceren met pers, aandeelhouders en politiek Den Haag, geattendeerd op mogelijke reputatierisico’s. | |||||
G4-50 | De aard en het totale aantal kritische zorgen die zijn gecommuniceerd aan het hoogste bestuursorgaan en de procedures die gevolgd zijn om deze aan te pakken en op te lossen | Medewerkers kunnen met bijzondere situaties en conflicten terecht bij een vertrouwenspersoon of de klachtencommissie ongewenste omgangsvormen. Externe partijen kunnen vermeende onregelmatigheden melden via de klokkenluidersregeling van Alliander. Alliander stimuleert ook eigen medewerkers om, zonder gevaar voor hun rechtspositie, te rapporteren over misstanden van algemene, operationele of financiële aard. | |||
G4-51 | Beloningsbeleid voor de leden van het hoogste bestuurslichaam en hooggeplaatste leidinggevenden |
Remuneratierapport Samenstelling en verslag commisies: selectie-, benoemings-, en remuneratiecommissies |
|||
G4-52 | Het proces voor het vaststellen van beloningen |
Remuneratierapport Samenstelling en verslag commisies: selectie-, benoemings-, en remuneratiecommissies |
|||
G4-53 | Het proces dat zorgdraagt dat standpunten van belanghebbenden ten aanzien van beloning worden meegenomen |
Remuneratierapport |
|||
Het remuneratiebeleid van de Raad van Bestuur wordt vastgesteld door de aandeelhouders. Tijdens de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA) legt de RvC bij de behandeling van het jaarverslag (waar het Remuneratierapport onderdeel van uitmaakt) verantwoording af over het gevoerde beloningsbeleid. Tijdens de AvA zijn de aandeelhouders in de gelegenheid hun standpunten t.a.v. de beloning van de RvB kenbaar te maken. Input van overige stakeholders wordt niet meegenomen, of indirect via de aandeelhouders. | |||||
G4-54 | De verhouding van het jaarsalaris van de best betaalde persoon van de organisatie in elk land van significante bedrijfsactiviteiten tot de mediaan van het jaarsalaris van alle werknemers | 2015: 6,3 | |||
G4-55 | De verhouding van de procentuele toename van de jaarlijkse totale vergoeding voor de best betaalde persoon van de organisatie in elk land van significante bedrijfsactiviteiten tot de mediaan van deze toename voor alle werknemers |
2014: 6,6 2015: 6,3 Daarmee heeft in 2015 een daling van 4,5% plaatsgevonden ten opzichte van 2014 |
|||
ETHIEK EN INTEGRITEIT | |||||
G4-56 | De waarden, principes, standaarden en gedragsnormen van de organisatie, zoals gedragscodes en ethische codes |
Corporate Governance |
|||
Gedragscode klokkenluidersregeling De gedragscode die Alliander hanteert is in het Nederlands beschikbaar en hoeft niet ondertekend te worden. De code is niet exclusief onderwerp van een training binnen Alliander. |
|||||
G4-57 | De interne en externe mechanismen ten aanzien van ethiek en gedrag, alsmede zaken met betrekking tot integriteit, zoals hulplijnen of advieslijnen |
Corporate Governance |
|||
De klokkenluidersregeling moedigt medewerkers aan om elke klacht of ongewenste situatie binnen de organisatie te melden. Dit kan ook anoniem en onder bescherming. Medewerkers kunnen ook de fraudetelefoon bellen. Vanuit de afdeling Internal Audit is 1 fte beschikbaar voor onderzoek naar gemelde situaties. Medewerkers van de fraudetelefoon dienen lid te zijn van de organisatie van gecertificeerde fraude-onderzoekers (ACFE) met CPE-verplichting. Elke nieuwe medewerker wordt middels een brief geïnformeerd over de Alliander Gedragscode voor medewerkers. Voorts is er een onderzoeksprotocol beschikbaar met inbegrip van de klokkenluidersregeling. Controle-onderzoeken gerelateerd aan de gedragscode worden door Internal Audit met andere afdelingen gehouden. | |||||
G4-58 | De interne en externe mechanismen voor het melden van (vermoeden van) onethisch of onwettig gedrag, en zaken die verband houden met integriteit, zoals escalatie van het lijnmanagement, klokkenluidersregeling of meldpunten |
Corporate Governance |
|||
MATERIELE ASPECTEN EN MANAGEMENTBENADERING | |||||
SPECIFIEKE INFORMATIE | |||||
CATEGORIE: | ECONOMIE | ||||
ASPECT | ECONOMISCHE PRESTATIE | ||||
G-4 DMA |
Doelstellingen en prestaties: aandeelhouders en investeerders Intern: Alliander (uitzonderingen zijn toegelicht in de voetnoot) Extern: Kapitaalverschaffers, Overheden in landen van vestiging (NL en D) |
||||
G4-EC1 | Directe economische waarden die zijn gegenereerd en gedistribueerd. | Jaarrekening | |||
Directe beantwoording Netto omzet: 1.586 miljoen euro Bedrijfskosten: 1.342 miljoen euro Personeelskosten: 571 miljoen euro Netto financiele lasten: 71 miljoen euro Hieronder zijn de belastingen opgenomen voor Nederland en Duitsland: Venootschapsbelasting totaal: 74 miljoen euro Venootschapsbelasting Nederland: 75,3 miljoen euro Venootschapsbelasting Duitsland: -1,3 Loonheffing totaal: 121 miljoen euro Loonheffing Nederland: 119 miljoen euro Loonheffing Duitsland: 1,7 miljoen euro Precario totaal: 111 miljoen euro Precario Nederland: 111 miljoen euro Precario Duitsland: nihil Omzetbelasting* totaal: 213 miljoen euro of te dragen Omzetbelasting Nederland: 214 miljoen euro Omzetbelasting Duitsland: -1 ,5miljoen euro * Omzetbelasting is het netto af te dragen deel |
|||||
G4-EC2 | Financiële implicaties en andere risico’s en mogelijkheden voor de activiteiten van de organisatie als gevolg van klimaatverandering. |
Overige informatie: Toelichting risico’s Over Alliander: Trends en marktontwikkelingen Over Alliander: Strategie |
|||
De (in-)directe effecten en risico’s van klimaatverandering zijn onderdeel van de risicobenadering. Voor bestaande en geplande bedrijfsmiddelen vindt evaluatie plaats van de risico’s van o.m. overstroming, natuurbrand en stormen. Alliander is aangesloten bij het Deltaprogramma waarin risico’s van klimaatverandering op nationale schaal worden besproken en de aanpak wordt gecoordineerd. Effecten en risico’s worden beoordeeld en acties zijn gericht op adaptie en beheersing middels de crisis- en calamiteitenorganisatie. De aandacht voor de energietransitie en het beleid voor een duurzame bedrijfsvoering zijn gericht op actieve beperking van emissies en op een andere energievoorziening. | |||||
G4-EC3 | Dekking van de verplichtingen in verband met het vastgestelde uitkeringenplan van de organisatie. |
Jaarrekening: toelichting op de geconsolideerde jaarrekening Jaarrekening: noot 44 voorzieningen |
|||
Medewerkers in dienst van Alliander zijn op grond van Nederlandse wetgeving verplicht verzekerd voor pensioen en werkloosheid. In geval van reorganisatie geldt een sociaal plan dat is afgesloten met werknemersvertegenwoordigers. Zie ook voorzieningen voor personeelsbeloningen. | |||||
G4-EC4 | Significante financiële steun van een overheid. |
Aandeelhouders en investeerders Over ons bedrijf: organisatiestructuur |
|||
Alliander: 3.612.397,- euro Edinet: 0,- euro Totaal: 3.612.397,- euro Significante financiele steun betreft subsidies/ bijdragen van nederlandse overheid Decentrale overheden zijn voor 100% aandeelhouder van Alliander |
|||||
CATEGORIE: | MILIEU | ||||
ASPECT | ENERGIE | ||||
G-4 DMA |
Aandeelhouders en investeerders: Duurzaamheidsstrategie Extern: klanten, leveranciers en dienstverleners in Nederland |
||||
G4-EN3 | Energieverbruik binnen de organisatie. |
Aandeelhouders en investeerders: Duurzaamheidsstrategie |
|||
2015: Gasgebruik gebouwen: 1.453.445 m3 Wagenpark Benzine: 1.508.482 Liter Diesel: 4.603.842 Liter LPG: 11.744 Liter Elektriciteitsgebruik gebouwen: 10.629.562 kWh 2014: Gasgebruik gebouwen: 1.519.285 m3 Brandstof wagenpark in liter: Benzine 1.699.353 Liter Diesel 4.335.890 Liter LPG 17.278 Liter Elektriciteitsgebruik gebouwen: 13.786.543 kWh |
|||||
G4-EN4 | Energieverbruik buiten de organisatie. |
Aandeelhouders en investeerders: Duurzaamheidsstrategie Onze CO2 uitstoot in 2015 (afbeelding) |
|||
De grootste impact die Alliander heeft buiten haar organisatiegrenzen komt door middel van energietransport naar onze eindgebruikers, voor 2014 en 2015 gaat het om de volgende hoeveelheden. 2015: Elektriciteit: 29.882 GWh Gas: 6.012 miljoen m3 2014 Elektriciteit: 29.936 Gwh Gas: 6.115 miljoen m3 |
|||||
G4-EN5 | Energie intensiteitratio. |
Als energie intensteitsratio hanteert Alliander haar energieverbruik in GJ gedeeld door haar netto omzet in miljoenen. Voor 2015 is de energieintensteitsratio 184,9 GJ/Miljoen € Voor 2014 was de energieintensteitsratio 197,0 GJ/Miljoen € De informatie is niet beschikbaar naar energietype, aangezien deze niet materieel is wordt er hier niet over gerapporteerd en is er geen ambitie om hierover op korte termijn te rapporteren |
|||
G4-EN6 | Reductie van het energieverbruik. | Aandeelhouders en investeerders: Duurzaamheidsstrategie | |||
2015 Gasgebruik gebouwen: 46.743 GJ (conversiefactor 35,17, officiele energetische waarde aardgas slochteren) Elektriciteitsgebruik gebouwen: 35.653 (conversiefactor 3,6, omrekenfactor SI) Totaal energiegebruik gebouwen: 82.397 GJ Benzine: 48.290 GJ(conversiefactor 32,4) Diesel: 162.453 GJ (conversiefcator 35,8) LPG: 305 GJ (conversiefactor 26) Electriciteit: 483 (conversiefactor 3,6) Totaal energiegebruik transport: 211.531 GJ Totaal energiegebruik: 293.298 2014 Gasgebruik gebouwen: 53.433 GJ (conversiefactor 35,17, officiele energetische waarde aardgas slochteren) Elektriciteitsgebruik gebouwen: 49.632 (conversiefactor 3,6, omrekenfactor SI) Totaal energiegebruik gebouwen: 103.065 GJ Benzine: 55.059 GJ(conversiefactor 32,4) Diesel: 155.225 GJ (conversiefcator 35,8) LPG: 499 GJ (conversiefactor 26) Totaal energiegebruik transport: 210733 GJ Totaal energiegebruik: 313.798 Afname energieverbruik ten opzichte van 2014: 19.870 GJ |
|||||
G4-EN7 | Reductie van de energiebehoefte ten aanzien van producten en diensten. |
Over Alliander: Strategie Doelstellingen en prestaties: klanten Klanten: op weg naar een andere energievoorziening |
|||
De totale invoeding groengas in het verzorgingsgebied in aantal m3 in het jaar was 18.853.729 m3. Dit gebeurde middels 8 groen gas aansluitingen Onder groengas wordt verstaan de volgende definitie: Groen gas: Bio-SNG, Biogas of Stortgas dat tot aardgaskwaliteit is opgewerkt Biogas: Gas dat zich binnen de definitie van gas in de Begrippenlijst Gas onderscheidt doordat het een product is uit een vergistingsproces. Het bevat voornamelijk CH4 en CO2. Stortgas: Gas dat zich binnen de definitie van gas in de Begrippenlijst Gas onderscheidt doordat het een product is van een stortplaats. De samenstelling is vergelijkbaar met Biogas. Bio-SNG: SNG dat geproduceerd wordt uit uitsluitend biomassa. Het totaal aantal openbare E-laadpunten binnen het Alliander verzorgingsgebied op peildatum gerealiseerd door stichting E laad en overige opdrachtgevers en klanten betreft 2031 locaties |
|||||
ASPECT | EMISSIES | ||||
G-4 DMA |
Aandeelhouder en investeerder: onze duurzame prestaties energiegebruik en CO2 Doelstellingen en prestaties: aandeelhouders en investeerders Intern: Alliander Groep (uitzonderingen zijn toegelicht in de voetnoot) Extern: klanten, leveranciers en dienstverleners in Nederland |
||||
G4-EN15 | Directe emissies van broeikasgassen naar gewicht (scope 1). |
Aandeelhouders en investeerder: onze duurzame prestaties |
|||
Scope 1:* Gasverbruik gebouwen: 2.738 Lekverlies Aardgasnetwerk: 51.121 Lease- & dienstauto’s: 19.100 SF6 Emissies: 1.087 Totaal: 74.046 In tonnen CO2 equivalenten Binnen het verslag wordt een sectorunforme scope toepassing gehanteerd. Deze wijkt af van de het klassieke GHG-protocol. De waardes volgens het GHG-protocal zijn in deze tabel opgenomen. De meeste gegevens, zoals opgenomen in de tabellen en grafieken in dit verslag, zijn gebaseerd op onderliggende bronsystemen. Voor een aantal gegevens wordt gebruik gemaakt van de registratie en/of rapportage door derden. Een voorbeeld hiervan is het afvalvolume en de aan afval gerelateerde CO2-uitstoot. Bij totstandkoming van de CO2-voetafdruk en het energiegebruik wordt gebruik gemaakt van aannames en inschattingen. De CO2 coëfficient is berekend met 0,46352 (betreft landelijke productiemix 2014 voor grijze stroom). Dit is inclusief een correctie van 2% voor tank-to-wheel. Ruim 80% van de CO2 footprint wordt veroorzaakt door netverlies E, dat getal is berekend met 0,45594. De waarde representeert de landelijke productiemix 2013 voor grijze stroom. Het rapport "Achtergrondgegevens stroometikettering 2013" van CE Delft levert deze waarde op. Daarnaast is er nog een correctie van 2% voor tank-to-wheel. Bron voor 2014 cijfer is www.co2emissiefactoren.nl Ongeveer 6% van de CO2 footprint wordt veroorzaakt door lekverlies G, gebaseerd op het aantal leiding dat in het netwerk van Alliander ligt. De gietijzeren leidingen hebben hierbij een hoger lekverlies (323 m3 per kilometer) , en daar mee een hoger uitstoot dan de reguliere leidingen (55 m3 per kilometer). De CO2 equivalent die daarbij gehanteerd wordt voor methaan is 25. |
|||||
G4-EN16 | Indirecte emissies van broeikasgassen naar gewicht (scope 2). | Aandeelhouders en investeerder: onze duurzame prestaties | |||
Scope 2:* Electriciteitsgebruik gebouwen: 5.107 Netverliezen electriciteitstransport/distributie: 498.187 Netverliezen administratief: 221.576 Totaal: 724.870 *In tonnen CO2 equivalenten Voor toelichting van de onderbouwing zie EG4-EN15, daarmee is ruim 90% van de emissies afgedekt |
|||||
G4-EN17 | Andere relevante indirecte emissies van broeikasgassen naar gewicht (scope 3). |
Aandeelhouders en investeerder: onze duurzame prestaties Toelichting op scope 3 emissies |
|||
Scope 3:* Woon-werk verkeer, dienstreizen, vliegverkeer: 2.137 Totaal ketenuitstoot: 126.296 Aannemerij: 12.946 Componenten: 51.119 ICT: 16.644 Afval: 3.723 Inhuur: 1.274 Zakelijke diensten: 16.388 Mobiliteit: 21.137 Deelnemingen: 2.965 Totaal: 128.433 *In tonnen CO2 equivalenten Voor toelichting van de onderbouwing zie EG4-EN15, daarmee is ruim 90% van de emissies afgedekt |
|||||
G4-EN18 | Broeikasgassenemissie-intensiteitratio. | Aandeelhouders en investeerder: onze duurzame prestaties | |||
Doelstellingen en prestaties: totaal aan emissies opgenomen | |||||
Alliander berekent haar broeikasgassenemissie-intensiteitsratio door haar uitstoot van scope 1, 2 en 3 zoals gerapporteerd in EN15, EN16, en EN17 (minus de netverliezen en lekverliezen) te delen door haar netto omzet. De ratio komt daarmee voor 2015 op 238,4 Ton CO2 eq./ Miljoen € | |||||
G4-EN19 | Reductie van broeikasgasemissies. | Aandeelhouders en investeerders: Duurzaamheidsstrategie | |||
G4-EN20 | Emissie van ozonafbrekende stoffen. | Niet van toepassing | |||
G4-EN21 | NOx, SOx en andere significante luchtemissies. | Het aandeel van de emissie NOx en SO2 van Alliander in de totale nederlandse emissie is respectievelijk 0,12% (299 ton NOx) en 0,23% (76 ton SO2). NOx: ongeveer 75% van de emissie is indirect vanwege netverliezen en komt vrij bij elektriciteitsproductie. Het overige deel van de NOx emissie is direct gerelateerd aan bedrijfsactiviteiten en ontstaat bij inzet van dieselaggregaten, gebruik van lease- en dienstauto’s en in beperkte mate ten gevolge van gebruik overig vervoer en door energiegebruik gebouwen. SO2: de emissie is vrijwel geheel indirect vanwege netverliezen en komt vrij bij elektriciteitsproductie. Gezien de nauwe samenhang van de emissies met de netverliezen en CO2 voetafdruk is het beheersen van deze emissies onderdeel van het CO2 beleid van Alliander. | |||
ASPECT | PRODUCTEN EN DIENSTEN | ||||
G-4 DMA |
Klanten: op weg naar een andere energievoorziening Doelstellingen en prestaties: Klanten Intern: Alliander Groep (uitzonderingen zijn toegelicht in de voetnoot) Extern: klanten, leveranciers en dienstverleners in Nederland |
||||
G4-EN27 | Initiatieven ter berperking van de milieugevolgen van producten en diensten en de omvang van deze compensatie. |
|
|||
Doelstellingen en prestaties: Klanten | |||||
G4-EN28 | Percentage producten dat is verkocht en waarvan de verpakking is ingezameld, naar categorie. | Niet van toepassing | |||
ASPECT | TRANSPORT | ||||
G-4 DMA |
Aandeelhouder en investeerder: onze duurzame prestaties energiegebruik en CO2 Intern: Alliander Groep (uitzonderingen zijn toegelicht in de voetnoot) Extern: klanten, leveranciers en dienstverleners in Nederland |
||||
G4-EN30 | Significante milieugevolgen van het transport van producten en andere goederen en materialen die worden gebruikt voor de activiteiten van de organisatie en het vervoer van personeelsleden |
Aandeelhouders en investeerders: Duurzaamheidsstrategie |
|||
116 elektrische auto’s in het leasewagenpark 41 elektrische auto’s in het bedrijfswagenpark 6,1% percentage elektrische auto’s in het leasewagenpark en bedrijfswagenpark |
|||||
CATEGORIE | SOCIALE ASPECTEN | ||||
SUB CATEGORIE | ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN | ||||
ASPECT | VEILIGHEID EN ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN | ||||
G-4 DMA |
Onze prestaties in 2015: Medewerkers Doelstellingen en prestaties: Veiligheid Intern: Alliander Groep (uitzonderingen zijn toegelicht in de voetnoot) Extern: niet materieel met uitzondering van onderaannemers |
||||
G4-LA5 | Percentage van het totale personeelsbestand dat is vertegenwoordigd in formele gezamenlijke arbo-commissies van werkgevers en werknemers die bijdragen aan de controle op en advies over arbo-programma’s. |
Corporate Governance |
|||
100% De Wet op de Ondernemingsraden (WOR) bepaalt dat elk bedrijf met 50 of meer personen een ondernemingsraad (OR) moet hebben. De ondernemingsraad bestaat uit medewerkers die namens het personeel overleg voeren met de directeur over het bedrijfsbeleid en de personeelsbelangen. De Wet op de Ondernemingsraden regelt de rechten en bevoegdheden van een OR. Hierdoor kunnen medewerkers invloed uitoefenen op het beleid van het bedrijf. Met andere woorden: medewerkers hebben medezeggenschap in het bedrijf. Er zijn drie ondernemingsraden: OR Alliander, OR Liander en OR Endinet die tesamen alle medewerkers in Nederland vertegenwoordigen. Medewerkers van Alliander AG hebben een eigen Betriebsrat | |||||
G4-LA6 | Letsel-, beroepsziekte-, uitvaldagen- en verzuimcijfers en het aantal werkgerelateerde sterfgevallen naar geslacht en regio. |
Medewerkers |
|||
Doelstellingen en prestaties: LTIF en ziekteverzuim |
|||||
Ongevallen met en zonder ziekteverzuim | |||||
Voor het berekenen van de Lost Time Injury Frequency (LTIF) hanteren wij als uitgangspunt het aantal ongevallen met verzuim vermenigvuldigd met een miljoen gedeeld door een inschatting van het aantal gewerkte uren (gemiddeld 1800 uur per jaar per medewerker). In dit jaarverslag is kwantitatieve informatie verantwoord, al dan niet met vergelijkende cijfers van één of meerdere jaren. Hieruit zijn trends en ontwikkelingen af te leiden die in het verslag worden toegelicht. | |||||
G4-LA7 | Werknemers met een hoog risico op ziekten die verband houden met hun beroep. | Medewerkers van Liander en Edinet werken met eletriciteits en gas en lopen daardoor een verhoogd risico. Desondanks zijn er geen beroepsgroepen binnen Alliander die kampen met specifieke beroepsziektes | |||
G4-LA8 | Afspraken over arbo-onderwerpen vastgelegd in formele overeenkomsten met vakbonden. |
Medewerkers |
|||
Er zijn geen specifieke groepen medewerkers binnen Alliander waarvoor additionele formele afspraken zijn gemaakt | |||||
ASPECT | TRAINING EN OPLEIDING | ||||
G-4 DMA |
Medewerkers Intern: Alliander Groep (uitzonderingen zijn toegelicht in de voetnoot) Extern: niet materieel met uitzondering van onderaannemers |
||||
G4-LA9 | Gemiddeld aantal uren dat een werknemer per jaar besteedt aan opleidingen, onderverdeeld naar werknemerscategorie. | Medewerkers | |||
2,83%, het totaal van de arbeidskosten gedeeld door de opleidingskosten. De informatie is niet beschikbaar naar uur. Wordt gerapporteerd als opleidingskosten in verhouding tot de salariskosten |
|||||
G4-LA10 | Programma’s voor competentiemanagement en levenslang leren die de blijvende inzetbaarheid van werknemers garanderen en hen helpen bij het afronden van hun loopbaan. |
Medewerkers: Step2Work Noot 15 Voorzieningen voor personeelsbeloningen |
|||
G4-LA11 | Percentage werknemers dat regelmatig wordt ingelicht omtrent prestatie- en loopbaanontwikkeling naar geslacht en medewerkercategorie. | Jaarlijks bespreken alle leidinggevenden en medewerkers samen de individuele prestaties en ontwikkeling. | |||
ASPECT | LEVERANCIERSBEOORDELING | ||||
G-4 DMA |
Aandeelhouders en investeerders Intern: niet van toepassing Extern: leveranciers en ketenpartijen |
||||
G4-LA14 | Percentage van nieuwe leveranciers die gescreend zijn op ‘arbeidsomstandigheden’ criteria. | Aandeelhouders en investeerders: Duurzaamheidsstrategie | |||
Weergegegeven middels toename van het aantal op MVI criteria gescreende leveranciers in het jaarverslag, het gaat hierbij om Alliander exclusief Endinet De informatie is niet beschikbaar aangaande het percentage nieuwe leveranciers die specifiek gescreend zijn op arbeidsomstandigheden. Alliander rapporteert het aantal nieuwe op MVI verklaringen gescreende leveranciers 22,77 % nieuwe op MVI verklaringen gescreende leveranciers Berekening MVI cijfer: Jaarlijks wordt voor ongeveer € 800 miljoen producten en diensten ingekocht, met keuzevrijheid voor leveranciers. Daarnaast worden er inkopen gedaan zonder keuzevrijheid. |
|||||
G4-LA15 | Significante bestaande en potentiële negatieve impact op arbeidsomstandigheden in de supply chain, alsmede de getroffen maatregelen. | Aandeelhouders en investeerders: Duurzaamheidsstrategie | |||
Leveranciers | |||||
Alliander exclusief Endinet | |||||
SUB CATEGORIE | MENSENRECHTEN | niet van toepassing | |||
SUB CATEGORIE | MAATSCHAPPIJ | ||||
ASPECT | PUBLIEK BELEID | ||||
G-4 DMA |
Ons verhaal over 2015 Klanten: De blik vooruit Klanten: het verhogen van klanttevredenheid door klantbeleving Intern: Alliander Groep (uitzonderingen zijn toegelicht in de voetnoot) Extern: leveranciers en dienstverleners Alliander heeft een bijzonder positie als onderneming. Regionale overheden zijn aandeelhouder van de onderneming, op landelijk niveau is er publieke toezichthouder en op landelijk niveau wordt energiebeleid geformuleerd. Alliander onderhoudt op deze niveau’s contacten met deze stakeholders, ook om onze ambities en strategie toe te lichten. Naast formele contacten vindt Alliander regelmatige interactie belangrijk. We leveren een actieve bijdrage aan (politieke) discussies en maken inzichtelijk welke stappen noodzakelijk zijn in de verdere ontwikkeling van de energiemarkt, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid. |
||||
G4-SO6 | Totale waarde van politieke bijdragen naar lidstaat en ontvanger / begunstigde. | Interactie met stakeholders | |||
Alliander heeft geen financiele relatie met politieke partijen. | |||||
ASPECT | KLACHTEN BEHANDELING | ||||
G-4 DMA |
Klanten: De blik vooruit Klanten: het verhogen van klanttevredenheid door klantbeleving |
||||
Intern: Alliander Groep (uitzonderingen zijn toegelicht in de voetnoot) Extern: klanten, leveranciers en dienstverleners |
|||||
G4-SO11 | Aantal klachten over impact op de samenleving ingediend, aangepakt en opgelost door middel van formele klachtenprocedures. | Interactie met stakeholders | |||
SUB CATEGORIE | PRODUCTVERANTWOORDELIJKHEID | Niet van toepassing | |||
ELECTRIC UTILITIES SECTOR SUPPLEMENT | |||||
AANVULLENDE INFORMATIE MATERIELE ASPECTEN | |||||
CATEGORIE: | Organisatieprofiel | ||||
ASPECT | Organisatieprofiel | ||||
EU 3 | Klantaansluitingen | Over Alliander: Over ons Bedrijf | |||
Liander en Endinet | |||||
EU 4 | Transport en distributielijnen | Over Alliander: Over ons Bedrijf | |||
Liander en Endinet | |||||
CATEGORIE: | Economische aspecten | ||||
Management aanpak | |||||
EU 6 | Capaciteitssplanning gericht op korte en lange termijn beschikbaarheid en betrouwbaarheid elektriciteit. |
Ons verhaal over 2015 Onze prestaties in 2015: Klanten Overige informatie: Toelichtig risico’s Onze prestaties in 2015: Aandeelhouders en investeerders |
|||
Kwaliteit en capaciteit | |||||
EU 8 | Onderzoek en ontwikkeling | Over Alliander: Strategie | |||
Economische KPI’s | |||||
EU 12 | Efficiency van transport en distributie |
2015 Totaal netverlies: 4,6% van totale invoeding 2014 Totaal netverlies: 4,6% van totale invoeding 2013 Totaal netverlies: 4,7% van totale invoeding Liander exclusief Endinet |
|||
CATEGORIE: | Sociale aspecten | ||||
Arbeidsvoorwaarden | |||||
EU 14 | Kennis- en competentiemanagement | Onze prestaties in 2015: Medewerkers | |||
EU 15 | Percentage medewerkers dat in aanmerking komt voor pensioenregeling over 5 en 10 jaar naar functiegroep en regio |
41,81% van het personeelsbestand komt binnen 10 jaar in aanmerking voor een pensioenregeling (inclusief Endinet) 28,50% van het personeelsbestand komt binnen 5 jaar in aanmerking voor een pensioenregeling (inclusief Endinet). Informatie aangaande de opsplitings naar functiegroep is niet bekend. Dit onderscheidt is niet materieel en er is geen ambitie om dit op korte termijn wel te registeren. |
|||
EU 16 | Beleid en voorwaarden inzake gezondheid en veiligheid van medewerkers en (onder-) aannemers. |
Medewerkers: we doen het werk veilig en gezond Aandeelhouders en investeerders: Duurzaamheidsstrategie |
|||
EU 17 | Totaal arbeidsvolume bij (onder-)aannemers |
Alliander houdt geen registratie bij van het aantal uren of manjaren dat door (onder)aannemers van Alliander wordt besteed aan projecten. Op basis van de uitgaven aan (onder)aannemers is onze inschatting dat circa 2.000 (cijfer 2012) fte aan direct personeel van onderaannemers werkzaamheden uitvoert voor Alliander. Er zijn geen aanwijzingen om te veronderstellen dat de verantwoording sustantieel is gewijzigd |
|||
EU 18 | Medewerkers van (onder-) aannemers met relevante arbo en veiligheidstraining | Alliander werkt gecertificeerd (VIAG & BEI), medewerkers van aannemers moeten hier eveneens aan voldoen. | |||
Arbeidsvoorwaarden | |||||
EU 19 | Participatieve besluitvorming en deelname van stakeholders en uitkomsten |
Strategie Onze rol in de energiesector Interactie met stakeholders Materialiteitstoets |
|||
EU 20 | Regelingen voor onvrijwillige verhuizing, bedrijfsverplaatsing, onteigening | Deze situaties hebben zich niet voorgedaan | |||
EU 21 | Noodplannnen en herstel van schade | Om adequaat te reageren op incidenten en calamiteiten maakt Alliander gebruik van een daarvoor getrainde crisisorganisatie. Via de crisisorganisatie worden verschillende bedrijfsonderdelen snel bij de situatie betrokken en wordt de aanpak centraal gecoördineerd. | |||
Sociale prestaties | |||||
EU 22 | Aantal mensen betrokken bij onteigening/ gedwongen verhuizing | Heeft zich niet voorgedaan. Incidenteel dienen kabel- of leidingtracé’s over het terrein van derden aangelegd te worden | |||
Productverantwoordelijkheid, managementaanpak | |||||
EU 23 | Maatregelen ter ondersteuning van toegang tot en bevordering van veilig energiegebruik | Liander en Endinet waarschuwen klanten voordat hun energieleverancier het contract voor energielevering beëindigt. We geven het advies direct een nieuwe leverancier te zoeken om zo afsluiting van energie te voorkomen. Vanuit een maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel sluit Liander de energie bij vorst nog niet af wanneer klanten een schuld hebben bij Liander of wanneer in die vorstperiode een energieleverancier het contract voor energielevering beëindigt. Om (structurele) betalingsachterstanden of afsluiting te voorkomen, attenderen wij klanten op de mogelijkheid van schuldhulpverlening. Wij zien een zorgvuldig incasso- en afsluitbeleid als onderdeel van onze maatschappelijke verantwoordelijkheid. Als de klant een medische verklaring overlegt, gaat Liander niet over tot afsluiting. | |||
EU 24 | Programma’s gericht op verbeteren en handhaven van toegang tot elektriciteit voor kwetsbare groepen | Alliander heeft in het verleden wel aandacht gegeven aan eenvoudiger taalgebruik in brieven, maar heeft nu geen concrete projecten voor laaggeletterdheid of andere culturen. Wel probeert Alliander een afspiegeling te zijn van de samenleving en op diverse locaties bezoekmogelijkheid. | |||
Productverantwoordelijkheid, prestatie-indicatoren | |||||
EU 25 | Ongevallen en gezondheidsklachten van burgers in relatie tot bedrijfsmiddelen | Nog onbekend | |||
EU 26 | Niet aangesloten deel bevolking in concessiegebied netbeheerder | Er geldt een wettelijke aansluitplicht op het elektriciteitsnet. | |||
EU 27 | Afsluitingen en duur afsluiting wegens wanbetaling | In het berichtenverkeer van leverancier naar de netwerkbeheerder wordt geen reden van afsluiting vermeld. | |||
EU 28 | Frequentie stroomonderbreking |
Gerapporteerd is onderbrekingsfrequentie (SAIFI): Liander: 0,317 Endinet: 0,212 |
|||
EU 29 | Stroomonderbrekingsduur |
SAIDI Liander: 21,85 minuten Endinet: 13,07 minuten CAIDI Liander: 68,96 minuten Endinet: 61,5 minuten |
|||
AANVULLENDE INFORMATIE | |||||
Standaard informatie | Indicator | Directe beantwoording | |||
CATEGORIE: | overige bedrijfsgerelateerde informatie | ||||
G4-EN12 | De significante impact van activiteiten, producten en diensten op de biodiversiteit in beschermde gebieden alsmede gebieden met een hoge biodiversiteitwaarde buiten beschermde gebieden. | Binnen de Europese Unie is een samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden ‘Natura 2000’ opgezet. In Nederland zijn er 162 gebieden die onder Natura 2000 vallen. Binnen het voorzieningsgebied van Alliander krijgen naar verwachting 60 gebieden een aanwijzing. Het aanwijzen van Natura 2000 gebieden door de overheid heeft ook gevolgen voor de eventueel noodzakelijke werkzaamheden in die gebieden. In 2012 heeft Alliander een interne gedragscode vastgesteld voor de activiteiten en bedrijfsmiddelen van Alliander bij het werken in de natuur. Met deze gedragscode kan Alliander voldoen aan het gestelde in de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Netwerkcomponenten zoals kabels en leidingen in Natura 2000 gebieden zijn opgenomen in het intern geografisch informatie systeem GIS | |||
G4-EN23 | Totaalgewicht afval naar type en verwijderingmethode. |
In tonnen afval: Kantoorafval Papier/karton: 777 divers kantoorafval: 532 Bedrijfsafval Metaal: 7.205 Hout: 196 Kunststof: 556 Grond: 922 Divers bedrijfsafval: 5.500 Divers gevaarlijk afval: 845 Totaal: 16.836 De kosten voor afvalverwerkers bedraagt 1,5 miljoen euro. |
|||
G4-EN29 | Monetaire waarde van significante boetes en totaal aantal niet-monetaire sancties wegens het niet naleven van milieuwet- en - regelgeving. | In 2015 zijn er 19 niet financiele sancties opgelegd, en 2 financiele sanctie van 6.007,- euro | |||
G4-LA1 | Totaal aantal en snelheid van personeelsverloop per leeftijdsgroep en geslacht. |
Gemeten op de laatste dag van het verslagjaar. Wanneer FTE’s vernoemd worden betreft het een volledige werkweek, ongeacht het aantal uren dat daarin gewerkt wordt. FTE’s 5807: Full Time Equivalent van het totaal aantal medewerkers met een arbeidsovereenkomst 1037: Full Time Equivalent van het totaal aantal medewerkers met een inhuurcontract Contractvorm 344: medewerkers met arbeidsovereenkomst bepaalde tijd 5654: medewerkers met arbeidsovereenkomst onbepaalde tijd 6020: Betreft de medewerkers met fulltime arbeidsovereenkomst of fulltime inhuurcontract 1218: Medewerkers met parttime arbeidsovereenkomst of parttime inhuurcontract 1244: Medewerkers met inhuurcontract 4803: mannelijke mederwerkers 1195: vrouwelijke mederwerkers 115: Jonger dan 24 jaar 1402: Tussen de 25 en 35 jaar 1467: Tussen de 35 en 44 jaar 1697: Tussen de 45 en 54 jaar 1317: ouder dan 55 jaar Mutaties 256: totaal aantal nieuwe mannelijke medewerkers 84: Totaal aantal nieuwe vrouwelijke medewerkers 322: Totaal aantal mannelijke medewerkers dat uit dienst is getreden 90: Totaal aantal vrouwelijke medewerkers dat uit dienst is getreden 16: De gemiddelde gewogen duur van de arbeidsrelatie in jaren. Verhouding man/vrouw 4869: Betreft totaal aantal mannelijke medewerkers 1202: Betreft totaal aantal vrouwelijke medewerkers Leeftijd 138: Betreft totaal aantal medewerkers van 24 jaar of jonger 1373: Betreft totaal aantal medewerkers van 25 t/m 34 jaar oud 1358: Betreft totaal aantal medewerkers van 35 t/m 44 jaar oud 1519: Betreft totaal aantal medewerkers van 45 t/m 54 jaar oud 1683: Betreft totaal aantal medewerkers van 55 jaar of ouder |
|||
G4-SO8 | Monetaire waarde van significante boetes en totaal aantal niet-monetaire sancties wegens het niet naleven van wet- en -regelgeving. | De totale omvang van de opgelegde financiële sancties wegens niet (goed) naleven van wet- en regelgeving in het kader van gebruik producten en, opgelegd door toezichthouder is 1, de monetaire waarde was 18.000,- | |||
G4-LA12 | Samenstelling van bestuurslichamen en onder-verdeling van werknemers per categorie, naar geslacht, leeftijdsgroep en andere indicatoren van diversiteit. | 25,6% van onze leidinggevenden is vrouw | |||
G4-PR9 | Monetaire waarde van significante boetes wegens het niet naleven van wet- en -regelgeving betreffende de levering en het gebruik van producten en diensten. | Zie G4-SO8 | |||
EXTRA | Invoer duurzame energie | Klanten: op weg naar een andere energievoorziening | |||
EXTRA | Aantal medewerkers met afstand tot de arbeidsmarkt | Klanten: op weg naar een andere energievoorziening | |||
EXTRA | Percentage van de inkoop dat volgens de Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) richtlijnen van Alliander gebeurd, in % euro’s | 66,00% | |||
EXTRA | Postcodegebieden met meer dan vijf storingen per jaar | 10 | |||
EXTRA | Digitalisering netten | Voortgang van de digitaliseringsprojecten van 2015: 64% | |||
EXTRA | Alliander foundation |
75 projecten 976 deelnemers |
|||
EXTRA | Lengte glasvezelinfrastructuur |
Totale lengte van gehuurde glasvezelinfrastructuur: 3595 km Total lengte van eigen glasvezelinfrastructuur: 1563,8 km Nieuw gerealiseerde glasvezelinfrastructuur: 294,6 km |
|||
EXTRA | Klanttevredenheid |
consumentenmarkt 94,74 %, 102,60% t.o.v. benchmark zakelijke markt 86,15%, 95,45% t.o.v. benchmark De klanttevredenheidsscore is gebaseerd op onderzoeken die in opdracht van Alliander zijn uitgevoerd door een onafhankelijke onderzoeksbureau. |
|||
EXTRA | Medewerkersonderzoek |
Score medewerkersonderzoek Great Place to Work is 73 De score van het medewerkersonderzoek is gebaseerd op onderzoeken die in opdracht van Alliander zijn uitgevoerd door Great Place to Work |