Noot 10 Handelsvorderingen en overige vorderingen

€ miljoen

2016

2015

Debiteuren, reguliere verkopen

65

 

61

 

Bijzondere waardeverminderingen van debiteuren

-12

 

-9

 

Handelsvorderingen

 

53

 

52

     

Vennootschapsbelasting

 

31

 

-

Overige vorderingen

 

29

 

32

Overlopende activa

 

160

 

154

     

Boekwaarde per 31 december

 

273

 

238

Ultimo boekjaar bedragen de bijzondere waardeverminderingen van debiteuren € 12 miljoen (2015: € 9 miljoen). De last in de winst-en-verliesrekening over 2016 inzake waardevermindering van debiteuren bedraagt € 4 miljoen (2015: € 1 miljoen). Voor een verdere toelichting hierop wordt verwezen naar het onderdeel kredietrisico van noot [34]. In de overige vorderingen is een vordering begrepen van € 6 miljoen (2015: € 13 miljoen) op joint venture Reddyn.

In november 2010 heeft Alliander een achtergestelde eeuwigdurende obligatielening uitgegeven voor een bedrag van nominaal € 500 miljoen. In de laatste 2 maanden van 2013 is deze achtergestelde eeuwigdurende obligatielening afgelost. Onder IFRS wordt dit instrument als eigen vermogen gekwalificeerd. Bij de betaling van de periodieke vergoedingen aan de houders van de in 2010 uitgegeven lening is uitgegaan van aftrekbare rentekosten voor de vennootschapsbelasting.

Tot op heden is met de Belastingdienst geen overeenstemming bereikt omtrent de fiscale behandeling van deze lening. In de lopende beroepsprocedure heeft de Rechtbank Arnhem met dagtekening 20 december 2016 het beroep van Alliander gegrond verklaard. De Belastingdienst heeft laten weten in hoger beroep te gaan bij het Gerechtshof.

In 2016 heeft Alliander de aanslagen vennootschapsbelasting over de jaren 2010 tot en met 2013 voldaan. Hierin is geen rekening gehouden met de genoemde aftrekbare rentelast. In overleg met externe deskundigen heeft het management besloten de in 2016 betaalde vennootschapsbelasting betrekking hebbende op het hiervoor vermelde geschil als vordering op te nemen. Aanvullend speelt eenzelfde kwestie voor de dividendbelasting. Hiervoor zijn geen (voorlopige) aanslagen betaald. Eveneens in overleg met externe deskundigen heeft het management besloten hiervoor geen voorziening te verantwoorden.

De totale maximale exposure voor Alliander bedraagt tussen de € 20 miljoen en € 30 miljoen.