Gezond en fit aan het werk

Alliander vindt het belangrijk dat medewerkers duurzaam inzetbaar zijn en blijven. Het gaat erover hoe we ervoor zorgen dat onze medewerkers nu en in de toekomst fit, gemotiveerd en vakkundig kunnen blijven werken. Naast gesprekken tussen leidinggevenden en medewerkers helpt Alliander om de duurzame inzetbaarheid van medewerkers te ontwikkelen met een speciaal budget voor duurzame inzetbaarheid en een vitaliteitsprogramma. Door hier in te investeren blijven onze mensen vitaal en inzetbaar op het werk van de toekomst.

Verzuim

Om periodiek te monitoren hoe we erin slagen onze mensen gemotiveerd en gezond te houden, meten we onder meer het ziekteverzuim. In 2017 kwam het verzuim van medewerkers uit op 4,2% (2016: 4,1%). Het Nederlandse gemiddelde staat in onze sector op 4,5%. We hebben in 2017 gericht geïnvesteerd in het terugdringen van verzuim. Samen met onze arbodienst hebben we plannen uitgerold om zowel de preventie als het terugdringen van verzuim te verbeteren. We hebben daarbij ook gekeken naar best practises binnen Alliander. Het korte verzuim en aantal ziekmeldingen is gedaald in 2017. Het langdurig verzuim steeg in 2017 en het is nog niet voldoende gelukt om dat terug te dringen. We blijven de komende jaren daarom intensief investeren in het terugdringen van verzuim.

Ziekteverzuim

Vernieuwde arbowet

Per 1 juli 2017 is de vernieuwde arbowet van start. Daarin ligt de focus vooral op preventie. Iedere medewerker heeft bijvoorbeeld bij Alliander de mogelijkheid om met een bedrijfsarts een preventiegesprek te voeren. Ook krijgen bedrijfsartsen vrije toegang tot de werkplek, zodat zij ervaren wat er op de werkvloer leeft. Nieuw is de mogelijkheid om een second opinion van een andere bedrijfsarts aan te vragen.

Aanpassingen in het werken in roosters voor buitendienstmedewerkers

In 2017 zijn aanpassingen gedaan in het werken in roosters door buitendienstmedewerkers. Hiermee stemmen we het werken in roosters meer af op de behoefte van medewerkers om de invulling van het werk zelf te kunnen regelen.

Gepland werk flexibel roosteren

Voor kantoormedewerkers van Alliander is het al enige jaren mogelijk om te werken op flexibele tijden. Voor buitendienstmedewerkers in de uitvoering, zoals monteurs en meettechnici, was dat nog niet mogelijk. Ook bij hen is er echter behoefte aan flexibelere werktijden om werk en privé beter op elkaar te laten aansluiten. Daarom is Alliander in 2017 een pilot gestart met een nieuwe manier van plannen. Als na evaluatie de resultaten positief blijken, wordt het duidelijk welke roosters werkbaar zijn in de uitvoering en wordt flexibel roosteren in 2018 ook bij monteurs uitgerold.

Aanpassing wachtdienst- en storingsdienstroosters

Naast het gepland werk dat overdag wordt uitgevoerd, lopen monteurs wacht- en storingsdienst om beschikbaar te zijn voor de oplossing van calamiteiten. In oktober 2016 heeft Alliander de wacht- en storingsdienst veranderd zodat een deel van de monteurs in een verschoven rooster werkt van 10.30 tot 19.00 uur. De nieuwe wacht- en storingsdienst roosters zijn voor de zomer 2017 geëvalueerd: het is gelukt om het aantal overschrijdingen van de Arbeidstijdenwet (ATW) terug te dringen. Het merendeel van de medewerkers ervoer het nieuwe rooster echter als onprettig door de impact van de verschoven dienst op het privéleven. Daarom zijn in de tweede helft van 2017 experimenten uitgevoerd met verschillende wacht- en storingsdienstroosters die beter aansluiten bij de wensen van de monteurs. De nieuwe roosters zullen, na instemming van de medezeggenschap, medio 2018 ingevoerd worden.

’Buiten gebeurt het’

In Arnhem, aan het begin van de Sonsbeeksingel, staat een installatie van Liander met ernaast een klein paaltje. 'Kathodische Bescherming' (KB) staat erop. Dit is het meetpunt waar ‘KB-specialist’ Paul Krijt het spanningsverschil tussen stalen gasleiding en de bodem meet. ‘Elke buis krijgt een speciale coating’, legt Paul uit. ‘Dat is de primaire bescherming. Maar daarnaast beschermen we de buizen actief door KB. We verbinden de buis dan met een KB-bron. Die maakt het potentiaal van het stalen oppervlak negatief en dat voorkomt de elektrochemische corrosie.'

Paul trekt de kast open, stopt een referentie-elektrode in de grond en sluit zijn multimeter aan op de installatie. “Dit is een gelijkrichter, waarmee we over kilometers lengte stalen gasleidingen van KB voorzien.” Het cijfer op het display van de installatie schommelt tussen 1,800 en 2,100 volt. “Voldoende”, oordeelt Paul. Toch zijn er veel dingen om rekening mee te houden. Zoals de bodemgesteldheid of, zoals op deze plek in Arnhem, het naastgelegen spoor. “Als ProRail problemen heeft met de elektriciteitsvoorziening, dan zien we dat hier direct terug omdat dit van invloed is op de spanning die we meten.”   

In totaal zijn er in het Liander gebied 13.000 meetpunten. Elk meetpunt wordt gemiddeld eens per jaar bezocht. De gelijkrichters (ca. 250 stuks) worden eens per kwartaal bezocht. Daarnaast doen KB-specialisten de gegevensanalyse en zetten ze onderhoud uit en staan ze aan de tekentafel bij een nieuw gasnet of als er een wijziging in het bestaande gasnet plaatsvindt. “Om het werk gedaan te krijgen, heb ik geleerd om prioriteiten te stellen. Daarnaast werken we aan standaardisatie, zodat iedereen binnen Liander en de aannemers op dezelfde manier het werk uitvoeren. Dat voorkomt vervuiling van de gegevens en verhoogt de efficiëntie.” Paul verwacht ook veel van de digitalisering. Het verwerken van de KB metingen is een handmatig en complex proces. In 2018 start hij met een nieuwe digitale meettechniek. "Dit minimaliseert menselijke fouten en we kunnen verstoringen sneller opmerken en verhelpen." Bovendien krijgen de gelijkrichters een modem en wordt het mogelijk om alle gegevens op afstand uit te lezen. "Meer kantoorwerk is op dagen als vandaag ­– met vrieskou en natte sneeuw – wel prettig, maar ook jammer. Buiten gebeurt het.”

Heeft de uitfasering van aardgas nog invloed op het werk van Paul? Hij meent stellig van niet. “Het netwerk is er. En zo lang de leidingen er liggen, moeten we er zuinig op zijn en ze beschermen. Want wellicht zijn ze te gebruiken voor andere energiedragers." Hij lacht: "Als we dat goed doen, dan maak ik niet meer mee dat de leidingen gaan lekken door materiaalverlies als gevolg van corrosie.”