Noot 10 Handelsvorderingen en overige vorderingen
€ miljoen | 2018 | 2017 | ||
Debiteuren, reguliere verkopen | 83 | 82 | ||
Bijzondere waardeverminderingen van debiteuren | -9 | -10 | ||
Handelsvorderingen | 74 | 72 | ||
Vennootschapsbelasting | 26 | 39 | ||
Overige vorderingen | 54 | 55 | ||
Overlopende activa | 195 | 176 | ||
Boekwaarde per 31 december | 349 | 342 |
Ultimo boekjaar bedragen de bijzondere waardeverminderingen van debiteuren € 9 miljoen (2017: € 10 miljoen). De last in de winst-en-verliesrekening over 2018 inzake waardevermindering van debiteuren bedraagt € 2 miljoen (2017: € 1 miljoen). Voor een verdere toelichting hierop wordt verwezen naar het onderdeel kredietrisico van noot [34].
In de overige vorderingen is inbegrepen een vordering van € 17 miljoen (2017: € 22 miljoen) op minderheidsdeelneming Reddyn.
In november 2010 heeft Alliander een achtergestelde eeuwigdurende obligatielening uitgegeven voor een bedrag van nominaal € 500 miljoen. In de laatste 2 maanden van 2013 is deze achtergestelde eeuwigdurende obligatielening afgelost. Onder IFRS wordt dit instrument als eigen vermogen gekwalificeerd. Bij de betaling van de periodieke vergoedingen aan de houders van de in 2010 uitgegeven lening is uitgegaan van aftrekbare rentekosten voor de vennootschapsbelasting. Met de Belastingdienst is geen overeenstemming bereikt omtrent de fiscale behandeling van deze lening. In de beroepsprocedure heeft de Rechtbank Arnhem met dagtekening 20 december 2016 het door Alliander ingestelde beroep gegrond verklaard. In het hoger beroep heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 juni 2018 de uitspraak van de Rechtbank bevestigd. De Belastingdienst is tegen de uitspraak van het Gerechtshof in cassatie gegaan.
In 2016 en 2017 zijn aanslagen vennootschapsbelasting over de jaren 2010 tot en met 2013 opgelegd waarbij geen rekening is gehouden met de genoemde aftrekbare rentelast. In overleg met externe deskundigen heeft het management besloten de betaalde vennootschapsbelasting betrekking hebbende op het hiervoor vermelde geschil als vordering op te nemen. Aanvullend speelt eenzelfde kwestie voor de dividendbelasting. Hiervoor zijn geen (voorlopige) aanslagen betaald. Eveneens in overleg met externe deskundigen heeft het management besloten hiervoor geen voorziening te verantwoorden. De totale maximale exposure voor Alliander bedraagt ultimo 2018, inclusief rente, € 38 miljoen.