Strategische pijler 2: nieuwe open netten

Lokaal zullen allerlei nieuwe infrastructuren ontstaan. Ofwel gebeurt dit door eigen initiatief van burgers, ofwel doordat gemeenten van het aardgas af willen. Wij realiseren zulke nieuwe open netten. Het is cruciaal dat deze nieuwe infrastructuren voor klanten én aanbieders van warmtebronnen onder gelijke voorwaarden toegankelijk ('open') zijn. 

Overgang naar nieuwe, duurzame warmtevoorziening

Alliander heeft de maatschappelijke opdracht om binnen het verzorgingsgebied de overgang naar een nieuwe, duurzame warmtevoorziening te faciliteren. Dit is voor ons een focusthema: het gaat om een grote en complexe opgave die alle circa 1.000 wijken raakt binnen de 145 gemeenten in ons verzorgingsgebied. Alle gemeenten moeten voor eind 2020 een plan maken waarin staat hoe ze per wijk planmatig van het aardgas af gaan. Alliander zet in het ontwerp van de oplossing de kennis over en de ervaring met de huidige energienetten in om suboptimale keuzes en onnodige maatschappelijke kosten te voorkomen. 

Aardgasloze proeftuinen

In oktober zijn in ons verzorgingsgebied de gemeenten Amsterdam, Katwijk, Nijmegen, Noordoostpolder, Purmerend, Vlieland en Wageningen geselecteerd om mee te doen aan het programma Aardgasvrije Wijken van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In het Programma Aardgasvrije Wijken doen gemeenten kennis en ervaring op om bestaande wijken haalbaar en betaalbaar te verduurzamen. Met de proeftuinen kunnen we leren hoe we de overgang maken van aardgas naar duurzame alternatieven. 

Wijkgericht van het aardgas af in Nijmegen en Zutphen

De gemeenten Nijmegen en Zutphen zien de urgentie om snel op zoek te gaan naar nieuwe warmteoplossingen. In Zutphen werd hiervoor in 2018 een intentieovereenkomst ‘Zutphen van de toekomst’ getekend. In Nijmegen zijn al duizenden woningen aardgasvrij gebouwd en aangesloten op een warmtenet. Het doel is om uiteindelijk de gemeenten geheel over te laten schakelen op nieuwe energiebronnen. Om dat voor elkaar te krijgen, bieden we inzicht in de ouderdom van het gasnet en in de technische en financiële consequenties van gewenste duurzame alternatieven. Bovendien helpen we met kennis over aanpak en processen. 

Warmtenet in Zaanstad

In 2018 is Firan gestart met de ontwikkeling een open warmtenet in Zaanstad-Oost. Het net gaat restwarmte van verschillende bronnen benutten. De eerste bron betreft een kleine lokale biomassacentrale. Inwoners, bedrijven en instellingen profiteren van deze lokale, duurzame en betaalbare energievoorziening. Het toekomstige net kent een open structuur. Zo kunnen alle leveranciers van restwarmte en afnemers gebruikmaken van het net en gelden voor iedereen dezelfde regels. Inmiddels is voor Zaanstad-Oost ook een warmteplan van kracht. Nieuwbouw wordt ook op het warmtenet aangesloten. Begin 2019 is de aanleg begonnen.

Vervallen aansluitplicht aardgas voor nieuwbouw

Aardgasvrij bouwen wordt de norm. De overheid heeft bepaald dat nieuwbouwwoningen standaard blijven aansluiten op het gasnet niet langer gewenst is. Nieuwbouw is immers veel beter geïsoleerd en het botst met de klimaatdoelstellingen. Netbeheerders zijn sinds 1 juli 2018 niet meer verplicht nieuwe huizen en gebouwen aan te sluiten op het gasnet. 

Dilemma: Samenwerking met gemeenten

In 2020 moeten alle provincies en gemeenten een Regionale Energiestrategie hebben. Gemeenten gaan de regie voeren als het gaat om het opstellen van deze strategie en de daaruit voortkomende warmtetransitieplannen. Ze maken daarbij keuzes die mogelijk suboptimaal zijn. Bijvoorbeeld een nieuwe infrastructuur in een wijk, zoals een warmtenet, waar ook al een gasnetwerk ligt. Als netbeheerder zijn wij op dit moment nog verplicht het bestaande gasnet te laten liggen en te onderhouden. Dat leidt tot extra kosten, waaraan gasverbruikers van alle gemeenten meebetalen. Bovendien leidt het tot vertraging van de energietransitie als gevolg van te veel werk voor de netbeheerders. Het dilemma voor Alliander is om toch aan de wens van de gemeente te voldoen of niet. Het is voor Alliander een uitdaging om gemeenten vroegtijdig te overtuigen van de cruciale rol die wij hebben om met onze kennis en ervaring de planvorming te ondersteunen. Hiermee vergroten we de positieve impact van onze activiteiten.

Onderzoek naar waterstof

Waterstof kan op termijn een alternatief zijn voor aardgas. Of waterstof in Nederland werkelijk toekomst heeft, is nog onduidelijk en is afhankelijk van de mate van beschikbaarheid. De netbeheerders hebben in 2018 onderzoek laten doen of het bestaande gasnetwerk geschikt is, of kan worden gemaakt, voor het transport van waterstof en groen gas. Dat lijkt, mits de juiste maatregelen worden genomen, het geval. Het gaat daarbij om technische aanpassingen en veiligheidsmaatregelen om de veiligheid van de infrastructuur en het gebruik van waterstof te garanderen. 

De netbeheerders pleiten ervoor om in te zetten op de ontwikkeling en het gebruik van waterstof in de industrie en in een aantal pilots in de gebouwde omgeving. Zo namen de netwerkbedrijven Alliander, Enexis en Stedin in 2018 het initiatief om een proefopstelling van een waterstofnet te gaan bouwen bij The Green Village van de TU Delft. Alliander heeft zich in 2018 bovendien aangesloten bij de Waterstof Coalitie, een initiatief van netbeheerders, industrie, energiebedrijven, natuur- en milieuorganisaties en wetenschappers.

Steeds meer invoeding van groen gas

Agrarische bedrijven, tuinders en afvalverwerkende bedrijven kunnen groen gas in ons netwerk invoeden. Groen gas is de duurzame variant van aardgas en wordt gemaakt door biogas op te waarderen tot het dezelfde kwaliteit heeft als aardgas. We zien een toename van groen gas in ons verzorgingsgebied. Groen Gas Gelderland is een invoeder die zo’n 400 tot 500 kubieke meter groen gas per uur produceert. Om een verhoging mogelijk te maken naar uiteindelijk 1.300 kuub per uur is in 2018 een nieuwe koppelleiding aangelegd.

In Friesland begeleidt het bedrijf FrieslandCampina melkveehouders bij de plaatsing en het gebruik van monomestvergisters. De vergisters dragen bij aan vermindering van CO2-uitstoot door enerzijds de afname van methaan en anderzijds het opwekken van groen gas. De vergisters zetten mest om in biogas dat vervolgens kan worden opgewaardeerd tot groen gas en wordt ingevoed in ons net.