Strategische pijler 1: ondersteuning van klanten bij het maken van keuzes

Op weg naar het nieuwe energiesysteem speelt duurzame opwek een belangrijke rol. Al meerdere jaren achtereen stijgt het aantal klanten dat zelf duurzame energie opwekt. Ook in 2018 zagen we opnieuw een toename van het aantal geregistreerde aansluitingen met een actieve terugleverinstallatie in onze verzorgingsgebieden, van circa 190 duizend naar circa 271 duizend (+42,6%). De sterke stijging is grotendeels te verklaren door de lage prijs van zonnepanelen, aantrekkende economie en een gunstig subsidieklimaat.

We maken het voor klanten mogelijk om energiekeuzes te maken die goed zijn voor hun eigen situatie, maar ook voor de totale energievoorziening. Klanten hebben steeds meer invloed op het energiesysteem. Het is daarom van groot belang dat het aantrekkelijk voor hen wordt om keuzes te maken die niet alleen goed uitpakken voor hun eigen situatie, maar ook voor de totale energievoorziening. Het zou daarom voor klanten aantrekkelijk moeten zijn om energie te gebruiken als er veel vraag naar capacititeit is, energie terug te leveren als er weinig van is en het energienet zo min mogelijk te belasten als er teveel drukte op ontstaat. Alliander zorgt voor de verbinding tussen vraag en aanbod en denkt mee welke keuzes maatschappelijk gezien het beste zijn op weg naar het nieuwe energiesysteem. Hiervoor werken we samen met andere partijen, binnen en buiten de energiesector. 

Stijging van het aantal klanten met duurzame opwek

Klanten met duurzame opwek

De windmolens en zonnepanelen in ons verzorgingsgebied leveren voldoende energie om zo’n twee miljoen huishoudens van duurzame elektriciteit te voorzien. De omvang van duurzaam opgewekte energie in de gebieden waar Alliander actief is, bedroeg eind 2018:

  • zonne-energie: elektriciteit voor 315.000 huishoudens

  • warmte-krachtkoppeling: elektriciteit voor 848.000 huishoudens

  • windenergie: elektriciteit voor 673.000 huishoudens

  • groen gas: gas voor 24.000 huishoudens

Alliander verwacht dat het vermogen aan zonne-energie in ons verzorgingsgebied de komende jaren doorgroeit naar zes gigawatt. Dat zijn ruim 8.000 voetbalvelden vol met zonnepanelen of tien grote kolencentrales. Als alle plannen doorgaan, vraagt dat om een forse aanpassing van de huidige elektriciteitsnetten. Die zijn oorspronkelijk niet ontworpen voor grootschalige teruglevering van duurzaam opgewekte elektriciteit. In Friesland zijn in 2018 al knelpunten ontstaan in ons elektriciteitsnet, waardoor we transportbeperkingen aan klanten af moesten geven. Vanwege doorlooptijden van bijvoorbeeld vergunningverleningen en het gebrek aan technici in Nederland is het een enorme uitdaging om de aanpassing van de elektriciteitsnetten tijdig voor elkaar te krijgen.

Er is meer regie nodig zodat wij minimaal vijf jaar van tevoren weten wat, waar en wanneer aan de elektriciteitsnetten moet gebeuren. Door planvorming op provinciaal niveau weten we al vroegtijdig waar windparken komen, waardoor we onze netverzwaringen voor windenergie bijtijds kunnen voorbereiden. Voor zonne-energie ontbreekt dergelijke planvorming momenteel. Ook bij zonne-energie is goede en vroegtijdige afstemming met alle betrokken partijen belangrijk en regie vanuit de overheid wenselijk. De regio's gaan in hun Regionale Energiestrategieën (RES) samen met de netbeheerders aan de slag om te bepalen waar welke opgave ligt. Daarnaast moeten netbeheerders mogelijkheden krijgen om te voor-investeren omdat we anders met de aanpassingen in het elektriciteitsnet moeten wachten. Die vertraging doet af aan de vereiste planmatigheid voor de aanpassing van onze netten. In het aanstaande Klimaatakkoord zijn op voorstel van de netbeheerders afspraken opgenomen over anticiperende netuitbreidingen, de hervorming van de aansluitregels en het tijdig betrekken van de netbeheerders bij de vergunningverlening van duurzame opwek.

Vraag en aanbod op elkaar afstemmen

Door vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen, kunnen we netverzwaringen voorkomen. Bijvoorbeeld door op piekmomenten wanneer er een tekort aan capaciteit op het elektriciteitsnet is, klanten hun verbruik te laten verminderen, zodat die vrijgekomen capaciteit weer voor andere klanten kan worden ingezet. Andere mogelijkheden zijn onder andere opslag van energie, 'aftoppen' van productiepieken tijdens de zonnigste uren in het jaar, eenvoudiger (niet redundant) aansluiten van decentrale opwek en smart design. Allemaal maatregelen die helpen netinvesteringen én doorlooptijden in realisatie te beperken, waarbij sommige maatregelen al mogelijk zijn en andere nog onderdeel zijn van overleg, omdat wet- en regelgeving moet worden aangepast. In 2018 ondernamen we verschillende activiteiten die afstemming van vraag en aanbod stimuleren:

Meer flexibiliteit dankzij flexibiliteitsmarkten

Een flexibiliteitsmarkt is zo'n tijdelijke oplossing om vraag en aanbod van energie flexibel op elkaar afgestemd te krijgen. Bijvoorbeeld door het verbruik van elektriciteit te verplaatsen naar een ander moment. Ook kan energie tijdelijk opgeslagen worden. We doen ervaring op met het inkopen van flexibiliteit op een open flexibiliteitsmarkt. In Nijmegen-Noord hebben we in 2018 een flexibiliteitsmarkt georganiseerd als alternatief voor de traditionele verzwaring. Zonder de flexibiliteitsmarkt moeten we een kabel leggen. De kabel zou slechts tijdelijk nodig zijn; alleen voor de periode tot het nieuwe verdeelstation klaar is. Met de flexibiliteitsmarkt besparen we maatschappelijk geld ten opzichte van de tijdelijke verzwaring. Ook voor de Zuid-Hollandse regio Zuidplaspolder, waar congestie op het net dreigt, kan een flexibiliteitsmarkt een goede oplossing zijn. Afgelopen jaar is de aanbesteding gestart voor bedrijven die op deze manier energieverbruik kunnen sturen.

Slim laden van elektrisch vervoer

De provincies Overijssel en Gelderland besloten in 2018 dat er 4.500 publieke laadpalen voor elektrische auto’s bij komen. Tegelijkertijd startten de provincies samen met Enexis en Alliander een gedragsproef naar slim laden. Daarin onderzoeken we hoe elektrische auto’s  buiten de piekmomenten op het elektriciteitsnetwerk, zo veel mogelijk met duurzaam opgewekte energie, opgeladen kunnen worden. Dit betekent dat elektrische auto’s sneller laden op het moment dat duurzame energie uit zon en wind volop beschikbaar is en kunnen we met slim laden het net ontlasten als er veel vraag is naar elektriciteit. We bereiden ons zo voor op het laden van miljoenen elektrische auto’s met duurzame energie. Bovendien maken we dan optimaal gebruik van het elektriciteitsnetwerk. Samen met autorijders onderzoeken we de komende drie jaar hoe dit in de praktijk werkt.

Amsterdamse auto’s leveren energie terug

Alliander, The NewMotion en Enervalis hebben in 2018 samen aan een project gewerkt met subsidie van de Europese Commissie. Hierbij hebben ze de eerste publieke laadpalen ter wereld geïnstalleerd en aangesloten die niet alleen elektriciteit voor auto’s laden, maar tegen een vergoeding ook terugleveren aan het energienet. Met deze technologie (vehicle to grid) kunnen elektrische auto’s in de toekomst hun opslagcapaciteit inzetten voor dagelijks elektriciteitsgebruik als de vraag hoog is. De laadpaal wordt zo een ‘terugleverpaal’. Bij een lage vraag naar elektriciteit kunnen de auto’s weer worden opgeladen. Deelnemers geven aan de terugleverpalen door wanneer ze van plan zijn hun elektrische auto te gebruiken. De laadpaal weet zo wanneer de batterij opgeladen moet zijn. Het systeem waarop de palen draaien, bepaalt op basis van metingen in het net en voorspellingen van verbruik en aanbod van elektriciteit wanneer de batterij teruglevert aan het net. 

FrieslandCampina: 'Niet meer wachten, maar vroegtijdig aan tafel'

Boerenbedrijven kunnen een sleutelrol vervullen in de energietransitie. Dat is in elk geval de visie van FrieslandCampina. Het Solar-programma van het zuivelbedrijf helpt boeren met de huur, aanschaf en installatie van gesubsidieerde zonnepanelen.

“Nederlandse boerderijen veranderen van uiterlijk”, vertelt Ynte de Vries, programmaleider Solar en Jumpstart bij FrieslandCampina. “Het aantal melkveehouders dat deelneemt aan ons programma groeide in 2018 van 310 naar meer dan 800 deelnemers. Daarmee verdubbelde het aantal te plaatsen zonnepanelen naar ruim 800.000. We zien ook dat windturbines steeds populairder worden. Als je er ook nog een mestvergister aan koppelt, kun je met meerdere energiebronnen op één aansluiting. Zorg voor een goede kabel, regel eventueel de opslag in accu’s en voeg een slimme regelknop toe. Dan draait een heel dorp straks op één boerderij. Die kant moet het op.” Dat heeft wel grote impact op het elektriciteitsnet, beaamt hij. Om de opwek van energie via zonnepanelen, windmolens en mestvergisters mogelijk te maken, moeten er kabels worden bijgelegd en moet het achterliggende net worden verzwaard. Alliander werkt daar met man en macht aan. Toch is het ook nodig om naar slimme oplossingen te zoeken om de netten niet op maximale opwekpieken te hoeven afstemmen. Ynte: “Dat kan bijvoorbeeld met kleinere omvormers, of het in samenspraak met de klant instellen en op afstand regelen van die omvormers. Mooi aan de relatie met Alliander is dat we elkaar vinden rond oplossingen. Die komen vanzelf tot stand. Daar hoeven we als FrieslandCampina niet achteraan te jagen.”

Veel melkveehouders gaan zelf aan de slag met zonnepanelen en subsidies, maar echte versnelling van de energietransitie vereist een andere manier van organiseren. “Dan kun je niet wachten tot een aanvraag voor een aansluiting binnenkomt en alles één voor één door het proces trekken”, zegt Ynte. Wat ook niet helpt is dat wetten en regels nog vaak een drempel vormen. De eis dat gesubsidieerde zonnepanelen binnen anderhalf jaar op het dak moeten liggen, leidt bijvoorbeeld tot planningsproblemen. Ynte denkt dat de overheid experimenten gaat toestaan. “Die ruimte moeten we samen betreden. Informatie delen is cruciaal. Wij delen de locaties van onze boeren, dan kan Alliander bekijken waar kansen liggen voor snelle winst. Mooi dat we als grote organisaties makkelijk met elkaar werken. Alliander is onze springplank op weg naar de boer als energieleverancier van de toekomst.”

Prepaid energie

Sinds begin 2018 testen tientallen huishoudens in vijf grote steden een nieuwe dienst met prepaid energie. Op deze manier willen we huishoudens meer bewust maken van hun energieverbruik en extra hulp bieden om afsluiting te voorkomen. De huishoudens kopen een energietegoed, dat ze zelf kunnen opwaarderen. Alliander, Stedin, Greenchoice, Nuon en de Energiebank werken hiervoor intensief samen.

In de winter zijn we altijd terughoudend met afsluiten. We gaan daarbij verder dan de wet voorschrijft. De wet zegt dat we moeten stoppen met afsluiten als het in De Bilt twee etmalen aaneengesloten vriest. Wij kijken elke week vooruit en bepalen dan of het in een etmaal gemiddeld onder nul blijft. Twijfelgevallen leggen we in het voordeel van de klant uit.

Dilemma: capaciteitgroei beheersen met flexibiliteit

De grote vraag naar capaciteit is het gevolg van economische opleving, energietransitie en de reguliere toename van het aantal aansluitingen. Wij volgen de markt en proberen goede prognoses over de groei te maken, maar sinds enkele jaren kunnen we de snelle groei lastig bijbenen. De vraag om meer transportcapaciteit betekent in de praktijk dat zakelijke klanten een minder grote aansluiting krijgen dan ze zouden willen en dat we daarmee niet aan de volledige vraag van deze klanten kunnen voldoen. Daarom zoeken we naar tijdelijke oplossingen, zoals een flexibiliteitsmarkt. Op dit moment behoort de toepassing van flexibiliteit om energiestromen te beheersen (congestiemanagement) reeds tot de wettelijke kerntaak van de regionale netbeheerder. Het is nu nog een duur alternatief voor verzwaren, maar de verwachting is dat dit beter wordt als de flexibiliteitsmarkt groeit. Toekomstige, andere toepassingen van flexibiliteit zijn (nog) niet in de huidige wet- en regelgeving opgenomen. Hiervoor moet een oplossing komen, willen we de mogelijkheden van flexibiliteit ten volle kunnen benutten. We staan voor het dilemma om een flexibiliteitsmarkt in te zetten of om het net te verzwaren.