Winst-en-verliesrekening over 2019
Het netto resultaat in 2019 bedraagt € 253 miljoen ten opzichte van € 334 miljoen in 2018. In 2018 was het resultaat na belastingen hoog vanwege de verkoop van Allego. De daarbij behaalde boekwinst van € 105 miljoen is de belangrijkste oorzaak voor het lagere resultaat in 2019.
De totale bedrijfskosten over 2019 (€ 1.591 miljoen) zijn bijna € 20 miljoen hoger dan in 2018. Deze stijging is met name het gevolg van de hogere afschrijvingskosten door het hogere investeringsniveau (€ 20 miljoen) en door de hogere kosten (€ 28 miljoen) voor inkoop en uitbesteed werk door het grotere werkpakket dat is gerealiseerd. Aan de andere kant hebben besparingen ertoe geleid dat de kosten voor externe inhuur € 21 miljoen lager zijn dan in 2018.
De belastinglast is € 43 miljoen lager dan in 2018. Deze lagere last wordt verklaard door de wijzigingen in de tarieven voor de vennootschapsbelasting. Deze hebben geleid tot een (incidentele) last van € 29 miljoen in 2018 en een (incidentele) bate van € 9 miljoen in 2019.
Het netto resultaat wordt ieder jaar beïnvloed door bijzondere posten. Deze posten hebben in 2019 een negatieve impact van € 14 miljoen op ons resultaat. Het resultaat exclusief bijzondere posten bedraagt daarmee € 267 miljoen en is hiermee € 6 miljoen hoger dan het vergelijkbare resultaat in 2018. Deze bijzondere posten worden later nader toegelicht.
De opvallendste ontwikkelingen in onze resultaten zullen hierna in meer detail worden besproken.
Bedrijfsresultaat
Netto-omzet
Netto-omzet
De netto-omzet over het boekjaar 2019 is ten opzichte van het vorige boekjaar gestegen met € 10 miljoen van € 1.920 miljoen naar € 1.930 miljoen. De (gereguleerde) omzet elektriciteit en gas dalen met respectievelijk € 22 miljoen en € 4 miljoen. Deze daling wordt veroorzaakt door de lagere (gereguleerde) tarieven. Voor Elektriciteit worden de lagere tarieven deels gecompenseerd door het hogere aantal aansluitingen. Bij de Meetdienst is daarentegen sprake van hogere tarieven hetgeen tot een omzet leidt die € 22 miljoen hoger is dan in 2018.
Naast deze gereguleerde activiteiten heeft Alliander niet-gereguleerde activiteiten bij onder andere Qirion en Kenter. Met deze activiteiten is ten opzichte van 2018 een € 14 miljoen hogere omzet behaald.
Bedrijfskosten
Bedrijfskosten
De totale bedrijfskosten zijn gestegen van € 1.572 miljoen in 2018 naar € 1.591 miljoen in 2019. Dit is een saldo van de volgende oorzaken:
de kosten van aannemers en materiaalverbruik zijn gestegen met € 20 miljoen als gevolg van het grotere werkpakket dat is gerealiseerd in combinatie met de prijsstijgingen in de markt.
de stijging van de investeringen leidt ook tot een hogere afschrijvingslast van € 20 miljoen. De totale afschrijvingen zijn € 40 miljoen hoger dan in 2018, waarvan € 20 miljoen een verschuiving is van de overige bedrijfskosten als gevolg van de implementatie van IFRS 16. Voor een nadere toelichting zie pagina 124.
in vergelijking met 2018 zijn er meer investeringswerkzaamheden uitgevoerd. Ten gevolge hiervan stijgt de geactiveerde productie met € 16 miljoen naar € 257 miljoen.
de kosten voor ingehuurd personeel zijn € 21 miljoen lager in vergelijking tot 2018 welke het resultaat is van het besparingsprogramma. De kosten van de eigen personeelsformatie zijn op een vergelijkbaar niveau als in 2018.
De opvallendste ontwikkelingen in de kosten zullen hierna in meer detail worden besproken.
Personeelskosten (eigen en inhuur)
Precario
Personeelskosten
Het totaal van de interne en externe personeelskosten is € 21 miljoen lager ten opzichte van 2018. Deze lagere kosten worden voornamelijk gerealiseerd door de lagere inhuur van personeel. Ultimo 2019 is het aantal ingehuurde fte bijna 70 lager dan ultimo 2018. De eigen personeelsformatie is licht gestegen ten opzichte van voorgaand jaar.
Precarioheffingen
De precarioheffingen zijn ten opzichte van 2018 met € 6 miljoen gedaald naar € 148 miljoen. In voorgaande grafiek is de ontwikkeling van de precarioheffingen van de afgelopen vijf jaar weergegeven. In 2017 zijn de kosten lager geweest als gevolg van vrijgevallen reserveringen in verband met gewonnen rechtszaken. In 2018 is daarentegen sprake van een hogere last doordat enkele gemeenten in het voormalig Enexis-gebied een naheffing over voorgaande jaren hebben opgelegd. Deze naheffing had een deels incidenteel karakter waardoor de kosten in 2019 € 6 miljoen lager zijn dan in 2018.
Kosten netverliezen elektriciteit
Kosten transportcapaciteit
Kosten netverliezen elektriciteit
De kosten voor netverliezen zijn € 3 miljoen hoger ten opzichte van 2018 en bedragen € 52 miljoen. Deze hogere kosten zijn het gevolg van de hogere tarieven waartegen elektriciteit ingekocht is.
Kosten transportcapaciteit
De kosten voor transportcapaciteit zijn in 2019 nagenoeg gelijk gebleven en bedragen € 190 miljoen (2018: € 191 miljoen). Deze kosten bestaan voornamelijk uit de door TenneT doorbelaste kosten inzake transportcapaciteit.
Afschrijvingen
Afschrijvingen
De kosten voor afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen van vaste activa bedragen € 449 miljoen en zijn hiermee met € 40 miljoen gestegen ten opzichte van voorgaand jaar (2018: € 409 miljoen). Deels komt deze stijging door de implementatie van IFRS 16: als gevolg van deze verslaggevingsrichtlijn stijgen de afschrijvingskosten met ongeveer € 20 miljoen. Voor een nadere toelichting zie pagina 124. Daarnaast is in 2019 een pand afgewaardeerd en geclassificeerd als held-for-sale. Dit heeft geleid tot een incidentele last van € 4 miljoen. De rest van de stijging kan met name worden verklaard door het hogere investeringsniveau.
De aanleg van energienetten is voor ons een langetermijninvestering, waarbij wij uitgaan van een gebruiksduur van zo'n 40 tot 50 jaar. Nederland heeft als doelstelling om in 2050 klimaatneutraal te zijn en wil dat onder meer bereiken door in de komende 35 jaar het aardgas voor ruimteverwarming te vervangen door duurzame warmteoplossingen. De vraag die wij ons dan ook stellen is of en zo ja welk deel van onze gasdistributienetten op de lange termijn van belang blijft voor de distributie van bijvoorbeeld alternatieve gassen. Gezien de huidige gebruiksduren van 40 tot 50 jaar zullen daarnaast de ontwikkelingen in het kader van de warmtetransitie (bijvoorbeeld aardgasloze wijken) er tevens toe leiden dat een deel van de gasnetten voortijdig niet meer zal worden gebruikt. Omtrent de financiële gevolgen hiervan voert toezichthouder ACM overleg met Liander en de andere netbeheerders.
Investeringen in en onderhoudskosten van het net
In onderstaande grafiek is de ontwikkeling van de afgelopen vijf jaar opgenomen inzake onderhoudskosten van en investeringen in het net, inclusief de meters. De totale uitgaven in 2019 voor investeringen in en onderhoudskosten van het net bedragen € 1.044 miljoen en zijn hiermee met € 90 miljoen gestegen ten opzichte van de uitgaven in 2018 (€ 954 miljoen). De stijging wordt met name veroorzaakt doordat wij meer hebben geïnvesteerd in het netwerk. De onderhoudskosten zijn € 6 miljoen hoger dan in 2018.