Balans
Hieronder is in verkorte vorm de balans per 31 december 2021 opgenomen.
Alliander N.V. | ||
€ miljoen | 31 december 2021 | 31 december 2020 |
Activa | ||
Vaste activa | 9.167 | 8.745 |
Vlottende activa | 1.026 | 674 |
Activa aangehouden voor verkoop | 16 | 3 |
Totaal activa | 10.209 | 9.422 |
Eigen vermogen en verplichtingen | ||
Totaal eigen vermogen | 4.470 | 4.328 |
Langlopende verplichtingen | 4.694 | 4.575 |
Kortlopende verplichtingen | 1.036 | 519 |
Verplichtingen aangehouden voor verkoop | 9 | - |
Totaal eigen vermogen en verplichtingen | 10.209 | 9.422 |
Onderstaand worden de significante mutaties in de balans per 31 december 2021 toegelicht ten opzichte van de situatie per 31 december 2020. Voor de uitgebreide toelichting op de balansposten wordt verwezen naar de jaarrekening.
De vaste activa zijn met € 422 miljoen toegenomen. Deze stijging wordt verklaard door het hoge investeringsniveau, met name in de elektriciteitsnetten;
De vlottende activa zijn ruim € 352 miljoen hoger. Dit komt voornamelijk door het hogere saldo aan liquide middelen als gevolg van de inkomende geldstroom eind 2021 van de converteerbare aandeelhouderslening;
De activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop betreffen Stam;
Het eigen vermogen is met € 142 miljoen toegenomen, mede door het behaalde resultaat in 2021 van € 242 miljoen onder aftrek van het uitgekeerde dividend over 2020 van € 94 miljoen. Voor een overzicht van de mutaties zie noot [12] van de jaarrekening;
De stijging van de vaste activa is onder andere met externe leningen gefinancierd. Ten opzichte van 2020 zijn de langlopende verplichtingen met € 119 miljoen gestegen. Hierin is de afgesloten converteerbare aandeelhouderslening voor een bedrag van € 600 miljoen en de verschuiving van langlopende verplichtingen naar kortlopende verplichtingen voor € 400 miljoen begrepen. Verder zijn door het vervroegd beëindigen van twee CBL's de verplichtingen uit hoofde van leases gedaald;
De kortlopende verplichtingen zijn met € 517 miljoen gestegen ten opzichte van 2020. Dit komt voornamelijk doordat een deel van de langlopende verplichtingen naar kortlopende verplichtingen zijn verschoven, omdat deze in 2022 worden afgelost.