Dilemma's en leerpunten
Alliander streeft ernaar zo goed mogelijk invulling te geven aan zijn taken en activiteiten. Daarbij zijn er dilemma's die van invloed zijn op de manier waarop we ons werk willen en kunnen doen. Ook zijn er ontwikkelingen en gebeurtenissen die ervoor zorgen dat onze dagelijkse praktijk anders loopt dan verwacht. Door ons daarvan bewust te zijn en door ervan te leren, kunnen we de kwaliteit van onze organisatie blijven verbeteren. In dit onderdeel presenteren we enkele bepalende dilemma's en gebeurtenissen uit 2021.
Dilemma 1: First come, first serve of maatschappelijke wenselijkheid bij volgorde van klantaansluiting
Het is een maatschappelijk dilemma dat zich in 2021 steeds nadrukkelijker manifesteerde. In ons hele verzorgingsgebied hebben klanten steeds meer te maken met krapte op het elektriciteitsnet. In de meeste gebieden gaat het over het terugleveren van elektriciteit door duurzame opwek (zon en wind). Maar ook bij het leveren van elektriciteit aan grootverbruik klanten knelt het net steeds meer. We verwachten dat het elektriciteitsnet de komende jaren op nog meer plaatsen zijn maximale capaciteit bereikt en dat niet alleen bedrijven en instellingen, maar ook consumenten de gevolgen hiervan gaan merken. Wij zien bijvoorbeeld dat er woonwijken komen in gebieden waar schaarste is. Dat kan betekenen dat maatschappelijke voorzieningen zoals zorgcentra, scholen en supermarkten niet aangesloten worden, terwijl die faciliteiten voor de leefbaarheid in woonwijken van groot belang zijn. Echter, bij de verdeling van de beperkte capaciteit op het net, moeten wij op basis van de geldende wetgeving, aanvragen non-discriminatoir en op volgorde van binnenkomst behandelen (‘first come, first serve’ principe). Dus kan, zoals een gedeputeerde in Noord-Holland eerder aangaf, een casino zomaar voorrang hebben op een school of een zorgcentrum. Wij denken dat dit anders kan en moet, zeker in tijden van schaarste. Wij zijn echter gebonden aan de huidige wetgeving en bovendien niet (democratisch) gelegitimeerd om dergelijke keuzes te maken. Dat zullen we altijd op basis van heldere criteria en samen met overheden moeten doen.
Dilemma 2: Draagvlak of tempo bij realiseren extra capaciteit op het elektriciteitsnet
Door de sterke toename van zowel vraag naar als aanbod van elektriciteit, moeten we onze elektriciteitsnetten de komende jaren versneld en significant uitbreiden en verzwaren. Dat geldt zowel in landelijk gebied als in de (meer) stedelijke omgeving. Dit is ook nodig om de doelen uit het Klimaatakkoord te kunnen realiseren. De benodigde netuitbreidingen hebben grote ruimtelijke implicaties. Een goede ruimtelijke inpassing, bijvoorbeeld in de straat of het landschap, is van groot belang, ook om het draagvlak voor de energietransitie te behouden. Dit vergt veel tijd, veel overleg en het doorlopen van langjarige besluitvormingsprocessen. Ter illustratie: een regulier realisatieproces voor een nieuw onderstation neemt gemiddeld zeven jaar in beslag, waarvan de daadwerkelijke bouwtijd slechts anderhalf tot twee jaar duurt. Vanzelfsprekend hechten wij belang aan zorgvuldige en inclusieve processen, die de rechten van individuen beschermen en bijdragen aan het draagvlak voor de energietransitie. Tegelijkertijd is er een breed maatschappelijke wens om te komen tot meer snelheid, duidelijke keuzes en meer daadkracht, ook in het licht van de tijdige realisatie van de 2030-doelen. Deze wensen en belangen zijn regelmatig in concurrentie met elkaar en leiden soms tot grote vertragingen in de besluitvorming. Hoewel processen weldegelijk veel sneller doorlopen kunnen worden, bestaat vanuit politiek bestuurlijk en juridisch perspectief het risico dat dit ten koste kan gaan van draagvlak of zorgvuldigheid. Hier ligt een grote uitdaging voor overheden, netwerkbedrijven en andere stakeholders om op gepaste wijze tussen de verschillende wensen en belangen te laveren. Daarbij moet men in het achterhoofd houden dat voor het tijdig realiseren van de doelen veel meer snelheid én voldoende draagvlak cruciaal zijn.
Dilemma 3: Fysieke leefomgeving of beleidsmatige- en politiek bestuurlijke werkelijkheid als uitgangspunt voor ontwerp energienet
Nederland staat voor veel grote opgaven en transities. Bijvoorbeeld het tegengaan van klimaatverandering, de aanpak van de stikstofcrisis, het bouwen van nieuwe betaalbare woningen, verduurzaming van de woningvoorraad en mobiliteit, een goed vestigingsklimaat voor ondernemers en bedrijven en digitalisering van de samenleving. Deze ontwikkelingen hebben direct impact op onze energienetten en vice versa. De verantwoordelijkheid voor en het eigenaarschap van deze opgaven en transities liggen meestal binnen departementen, tussen bewindspersonen, binnen provincies en gemeenten en binnen colleges. En zijn veelal georganiseerd op basis van sector of thema. Alliander werkt als medeontwerper van het energiesysteem van de toekomst aan elk van deze opgaven en transities actief mee aan oplossingsrichtingen. Uiteindelijk moet alles immers samenkomen in één betrouwbaar, betaalbaar, duurzaam en toegankelijk energiesysteem. Hierbij is een integrale afweging nodig, omdat de optelsom én de afhankelijkheden tussen de verschillende onderdelen van het energiesysteem belangrijk zijn voor een efficiënte realisatie. Zo kan op basis van nationale, regionale en sectorale programma’s gekomen worden tot één integraal programma voor het gehele energiesysteem, inclusief ruimtelijke keuzes en reserveringen. Die integrale blik helpt om betere afwegingen te maken en erkent de samenhang en impact van de verschillende opgaven en transities. In de huidige beleidsmatige- en politiek bestuurlijke realiteit betekent de fragmentatie van verantwoordelijkheden echter dat die integrale afweging óf niet of beperkt tot stand komt óf tot complexe en veelal trage processen leidt. En tegelijkertijd is duidelijk dat het achteraf integreren van individuele plannen tot onwerkbare situaties leidt of gestelde doelen in gevaar brengt. Een combinatie van realisme over wat in de fysieke werkelijkheid mogelijk is en effectieve coördinatie en regie is benodigd om de verschillende opgaven en transities samen te laten komen in reële en uitvoerbare plannen. Idealiter worden periodiek en op basis van wat er in de fysieke werkelijkheid mogelijk is, integraal beleidsmatige en politieke keuzes gemaakt over prioritering en fasering, op nationaal én op regionaal niveau. Want in de regio’s vindt een zeer groot deel van deze transitie plaats. Maar op dit moment ontbreekt het nog aan concrete handvatten om de verschillende werkelijkheden op effectieve wijze bijeen te brengen. En zo regie te voeren en tot consistente beelden te komen over de ontwikkelpaden voor het energiesysteem van de toekomst. Hiervoor is het cruciaal dat er in 2022 wordt gestart met het maken van een integraal nationaal Energieplan 2050 en een nationaal Programma Energiesysteem, waarin overheden, (regionale) energienetbeheerders en marktpartijen deze plannen samen vormgeven.
Leerpunten
Meer inleven in de situatie van consumenten en klanten leidt tot meer begrip
Het was een opvallende foto voor Alliander dit jaar: bewoners van een buurt in Amsterdam die uit protest in onze sleuf gingen zitten. Ze waren het niet eens met de locatie van een nieuw transformatorhuisje en lieten dat duidelijk merken. Dit voorbeeld maakt een spanningsveld duidelijk. Door de elektrificatie in Nederland moeten we de komende jaren duizenden van dit soort huisjes bouwen; tegelijkertijd zitten maar weinig mensen te wachten op zo’n huisje in hun eigen straat. Om situaties als in Amsterdam in de toekomst te voorkomen, zullen we ons meer moeten inleven in de belevingswereld van klanten en hen proactief meenemen in de stappen die we gaan zetten. Het winnende idee van de Alliander Innovathon geeft ons hiervoor concrete handvatten, door omwonenden virtueel mee te laten kijken naar en te beslissen over een locatie van een transformatorhuisje.
Proactieve samenwerking met stakeholders leidt tot versnelling in de energietransitie
Om het elektriciteitsnet te versterken en klaar te maken voor de toekomst, zijn naast nieuwe kabels ook nieuwe elektriciteitsverdeelstations nodig. Voorafgaand aan de bouw daarvan, hebben we te maken met lange procedures. Het vinden van een geschikte locatie kost doorgaans veel tijd, omdat we in Nederland te maken hebben met ruimtelijke ordeningsproblemen. Grond is schaars. Toch is het essentieel om samen met een gemeente tot overeenstemming te komen. In de praktijk blijkt dat een uitdaging. Zo zette de gemeenteraad van Neerijnen in het najaar een streep door het bestemmingsplan. Ondernemers zouden daardoor zeker drie jaar langer moeten wachten op de gewenste capaciteit. Het kan ook anders, zoals in Duiven. De gemeente heeft daar proactief een locatie aangeboden voor een nieuw te bouwen station. Vergunningsprocedures worden daardoor flink verkort. Het maakt duidelijk dat gemeenten een cruciale schakel zijn in de energietransitie. Het is daarom van groot belang om als netbeheerder veelvuldig contact te hebben met een gemeente.
Thuiswerken is geen one-size-fits-all-oplossing
Een groot deel van onze medewerkers werkt als gevolg van de coronapandemie thuis. Dit in lijn met het advies van de overheid. Dat gebeurde van de een op de andere dag. Geen uitgebreide voorbereiding, we zijn het gewoon gaan doen. Achteraf gezien hebben we het wellicht te rationeel aangepakt. Gedurende 2020 en het begin van 2021 kwamen steeds vaker geluiden van medewerkers die thuis minder goed functioneerden. Dat gold voor het werk, maar ook voor de werk-privébalans. Waar de een voor het grootste deel thuiswerkt, heeft een ander behoefte aan fysiek contact of een goede werkplek op kantoor. In het eerste kwartaal zijn we daarom overgestapt naar hybride werken, waarin we online en fysiek op een locatie werken zo optimaal mogelijk combineren. Teams krijgen daarin de ruimte zelf invulling te geven aan het hybride werken, waarbij het werken op kantoor mogelijk is voor collega’s die deze behoefte voelen. Het heeft ons laten inzien dat er niet één oplossing is die voor iedereen werkt; het draait om maatwerk.