Aanpassing van wetgeving

De activiteiten van Alliander worden sterk gereguleerd door wet- en regelgeving. Deze stamt echter veelal nog uit de tijd van vóór de energietransitie. Toen was er nauwelijks sprake van decentrale duurzame opwek van energie, de warmtetransitie, elektrisch vervoer en verduurzaming van de industrie.  Alliander is met relevante stakeholders in overleg om de voor de energie transitie benodigde wetgeving, bijvoorbeeld voortkomende uit de afspraken uit het Klimaatakkoord, nader uit te werken in onder meer de  Energiewet, de  Wet collectieve warmtevoorziening, de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie en de Omgevingswet met de Nationale Omgevingsvisie. Het Klimaatakkoord is al enkele jaren oud, maar de regels die nodig zijn voor de uitvoering daarvan zijn er nog niet, terwijl er dringend behoefte is aan een wetgevend kader dat deze transitie gaat helpen realiseren.  Momenteel is de verwachting dat de Energiewet vanaf 1 januari 2024 van kracht zal zijn.

Een integrale Energiewet

De huidige Elektriciteits- en Gaswet worden gemoderniseerd en samengevoegd in de nieuwe Energiewet. De wetteksten zijn in 2021 openbaar gemaakt. Alliander onderschrijft de opzet van de nieuwe Energiewet om tot een integrale en toekomstbestendige kaderwet te komen voor het energiesysteem. Wij vinden echter dat deze op onderwerpen nog niet toereikend is. Een groot deel van de nieuwe wetgeving wordt uitgewerkt in lagere regelgeving, waardoor deze gemakkelijker kan worden aangepast. Belangrijke aandachtspunten in de nieuwe Energiewet zijn:  

  • De Energiewet voorziet in herijking van de aansluit- en transportplicht. De achttienwekentermijn wordt vervangen door een redelijke termijn, die in codes wordt geconcretiseerd. Daarbij moet onderscheid kunnen worden gemaakt tussen bijvoorbeeld type aansluitingen. Het recht op een aansluiting en transport wordt gekoppeld aan de aanwezigheid van transportcapaciteit: als de capaciteit ontbreekt, kan realisatie van de aansluiting uitgesteld worden. Ook komen er bepalingen dat gecontracteerde transportcapaciteit ook daadwerkelijk gebruikt dient te gaan worden.  

  • De Energiewet moet borgen dat aangeslotenen zeggenschap hebben over hun meetdata en zij zelf kunnen bepalen met wie zij hun data delen. De netbeheerder heeft hierin een faciliterende taak. De Energiewet moet grondslagen gaan bieden voor het gebruiken en verstrekken van data door de netbeheerders.   

  • De Energiewet moet ruimte laten voor meer marktrollen, grotere diversiteit aan contracten en tarieven die efficiënt gebruik van beschikbare transportcapaciteit stimuleren en ruimte geven aan actieve aangeslotenen die mee willen doen aan vraagrespons, congestiemanagement of andere diensten om flexibiliteit te leveren of lokale uitwisseling te faciliteren .

  • De Energiewet moet ruimte bieden voor experimenten met innovaties, systeemintegratie en samenwerkingsvormen. Netwerkbedrijven dienen niet gekort te worden op hun taak als belangrijke schakel naar het toekomstige energiesysteem. Daarnaast dienen netbeheerders de ruimte te krijgen om waterstofgas te distribueren in de bestaande gasnetten. Om op korte termijn al met duurzame gassen zoals waterstof te kunnen experimenteren, is hiervoor – vooruitlopend op de Energiewet – nu ook al ruimte in de Gaswet nodig.  

Op hoofdlijnen lijkt de conceptversie van de Energiewet voldoende ruimte te laten voor de eerste drie punten. Tegelijkertijd krijgt de opmars naar 60% CO2-besparing vorm, onder meer door een nog grotere opgave voor de infrastructuur van ons energiesysteem. Deze versnelling in de transitie vraagt niet minder, maar juist meer ruimte om te experimenteren, ook voor het netwerkbedrijf. Daarnaast vragen we aandacht voor het belang van prioritering in tijden van schaarse netcapaciteit, zorgdragen dat alle transitiepaden in een duidelijk en uitvoeringsbestendig transitiepad volgen, dat we heldere kaders stellen voor een flexibel energiesysteem én mogelijkheden bieden voor efficiënte systeemintegratie. Dit komt op dit moment nog te beperkt naar voren in de concept Energiewet. Het is van belang dat de onderliggende lagere regelgeving nu snel wordt uitgewerkt en dat wetgeving ook jaarlijks aangepast kan worden aan deze snel veranderende opgave voor het waar maken van de transitie.  

Een nieuwe Warmtewet

De verwachting is dat veel huizen de komende jaren op een warmtenet aangesloten worden als alternatief voor verwarmen met aardgas. Wetgeving moet ondersteunend zijn aan de versnelde uitrol van warmtenetten, terwijl consumenten goed beschermd worden. Daarom is Alliander van mening dat de nieuwe Warmtewet (Wet collectieve warmtevoorziening) concurrentie moet stimuleren door zo veel mogelijk verschillende typen warmtenetten de ruimte te geven en niet alleen één inrichting met één partij die verantwoordelijk is voor het integrale warmtebedrijf. Zo ontstaat ruimte voor diversiteit en innovatie. Dat komt ten goede aan de consument. Elektriciteit, (duurzaam) gas en warmte moeten in de toekomst meer in samenhang worden bekeken. Netwerkbedrijven kunnen vanuit hun maatschappelijke rol hierin meerwaarde leveren.  

Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie 

Het wetsvoorstel gemeentelijke instrumenten warmtetransitie is eind 2021 ter consultatie aangeboden. Het biedt gemeenten de mogelijkheid om, indien er een goed en betaalbaar duurzaam alternatief is, een wijk aardgasvrij te maken. Dat wil zeggen dat de bestaande aardgastransportplicht voor de netbeheerder in die specifieke woonwijk na een bepaalde datum vervalt. Hier dient een ruime overgangstermijn in acht te worden genomen zodat woning- en gebouweigenaren zich op deze verandering kunnen voorbereiden. Het wetsvoorstel moet bijdragen aan de betaalbaarheid van de energietransitie.   

Omgevingswet

De Omgevingswet bundelt de regels voor ruimtelijke projecten met als doel om meer samenhang aan te brengen in alle afwegingen voor de fysieke leefomgeving. Gemeenten krijgen daarbij meer bestuurlijke afwegingsruimte. Voor Alliander is het essentieel dat de impact en het ruimtebeslag van de energie-infrastructuur wordt opgenomen in de gemeentelijke omgevingsvisies en -plannen, zodat de uitbreidingen en aanpassingen van het net geborgd zijn. We zoeken aansluiting bij het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) zodat we zicht blijven houden op alle ontwikkelingen. We zien het DSO als kans om alle regels inzichtelijk te maken, zodat de planvorming over onze infrastructuur sneller en met de inbreng van belanghebbenden kan plaatsvinden. De nieuwe Omgevingswet wordt in oktober 2022 van kracht.  

Doorlooptijden ruimtelijke procedures 

Om de doorlooptijden voor het aanleggen van infrastructuur te verkorten, moeten we naar een intensieve samenwerking tussen overheden en netbeheerders. Te vaak duurt het proces rondom de vergunningsprocedures te lang. Dit zien we graag verkort tot maximaal twee jaar. Hiernaast moeten we met elkaar verder vooruit plannen, ook al weten we vandaag de definitieve systeemkeuzes nog niet. Alliander werkt daarom aan een landelijke aanpak voor integrale programmering van de uitbreiding van energie-infrastructuur, op zowel regionaal als nationaal niveau. Integraal programmeren zorgt dat we langetermijnkeuzes kunnen maken in welke energiesystemen (elektriciteit, duurzame gassen en/of warmte). Het biedt inzicht in wanneer en in welke volgorde de uitbreidingen gerealiseerd dienen te worden. Dit altijd in relatie tot de lokale, regionale of landelijke context én met inachtneming van de (benodigde) ruimtelijke ontwikkeling. Als we voor elkaar krijgen dat het energiesysteem ruimtelijk veel eerder wordt meegenomen in alle plannen, kunnen we onze netten sneller aanleggen.