Materialiteitstoets
Alliander bepaalt jaarlijks op gestructureerde wijze welke onderwerpen minimaal aan bod komen in het jaarverslag. Hiertoe maken we gebruik van een materialiteitstoets. Het beoordelen van de materiële thema's staat aan de basis van de inhoud van het geïntegreerde jaarverslag en vindt plaats in een vroeg stadium van het verslagleggingsproces. Het materialiteitsonderzoek berust op een duale beoordeling: enerzijds beoordelen verschillende stakeholdergroepen de relevantie van verschillende thema’s en anderzijds beoordelen we wat de impact is van deze thema’s op het bedrijf en de maatschappij
Thematiek 2021
Als resultaat van de herijking is een tweetal thema’s toegevoegd: ‘Realisatie werkpakket’ en het thema ‘Samenwerking en dialoog met stakeholders’. Het thema 'Toekomstbestendig netwerk' is onderdeel van de thema’s 'Faciliteren energietransitie' en 'Realisatie werkpakket'.
In 2021 zijn wijzigingen zichtbaar in de impact van thema’s op stakeholders en de impact van Alliander. Het thema 'Realisatie werkpakket' is voor veel stakeholders relevant. Ook het thema 'Toegang tot energie' wordt in toenemende mate relevant gevonden. Het thema klimaatverandering, energieverbruik en CO2 en het thema Dataveiligheid, privacy en cybersecurity krijgen hogere scores. Het thema maatschappelijk verantwoord investeringsbeleid kreeg lagere scores. De vijftien meest relevante thema’s zijn richtinggevend geweest bij het proces van inhoudsbepaling van het jaarverslag en komen in de stakeholderhoofdstukken uitgebreid aan de orde.
Het proces in vijf stappen
In 2021 is een nieuwe materialiteitsanalyse uitgevoerd in een vroeg stadium van het verslagleggingsproces. Voor het onderzoek is enerzijds de relevantie van verschillende thema’s vanuit de diverse stakeholdergroepen beoordeeld en anderzijds is intern beoordeeld wat de impact is van deze thema’s op het bedrijf.
Stap 1: identificatie van relevante aspecten en thema’s
De eerste stap bestond uit het opstellen van een lijst met maatschappelijke thema’s die relevant zijn voor de organisatie. Leidraad is daarbij de lijst met aspecten zoals opgenomen in de GRI Standards richtlijnen en het Electric Utilities Sector Supplement. Aan de hand van bronnen- en trendonderzoek is onderzocht welke actuele maatschappelijke thema’s relevantie kunnen hebben voor Alliander. Ten opzichte van eerdere verslagjaren heeft dit tot enige bijstelling in de lijst met thema’s geleid.
Relevantie voor stakeholders
De relevantie van de thema’s vanuit stakeholderperspectief is bepaald door middel van een digitale vragenlijst die is aangeboden aan een representatieve groep stakeholdervertegenwoordigers. Er is van respondenten een volledig ingevuld enquêteformulier ontvangen. Daarnaast is een aantal kwalitatieve interviews afgenomen. Dit heeft geleid tot een representatief beeld van materiele thema’s van onze stakeholders. Het resultaat is een overzicht met prioritering van de thema’s met de meeste relevantie vanuit stakeholderperspectief.
Impact voor Alliander
De omvang en het effect, impact, van de thema's zijn aansluitend bepaald aan de hand van een eerder uitgevoerde impactschatting. (De materialiteitsscore uit het voorgaande verslagjaar is meegenomen in de weging.) De mate van impact is intern beoordeeld en vervolgens breed binnen de organisatie gevalideerd door relevante experts. Het impactmodel zoals gehanteerd binnen deze methode bestaat uit drie aspecten. Per thema is bepaald wat de relevantie is met betrekking tot:
de economische, sociale en economische impacts voor het bedrijf
de geschatte impact voor de omgeving
de relatieve omvang van de impact
De impactanalyse geeft inzicht in de kansen en risico’s voor de organisatie en de prioriteit die een aanpak van het onderwerp verdient. De informatie is samengebracht in een concept materialiteitsgrafiek. De uitkomsten van de enquête onder stakeholders en de materialiteitsgrafiek zijn intern besproken en beschikbaar gesteld aan de Raad van Bestuur. Er is onder meer geconcludeerd dat de onderwerpen die stakeholders belangrijk vinden grotendeels overeenkomen met de belangrijkste opgaven waar Alliander zich voor inzet.
Stap 2: weging en vergelijking met voorgaande jaren
Alliander hanteert voor de materialiteitstoets een gewogen gemiddelde over meerdere jaren. Naast de grotere betrouwbaarheid en de mindere gevoeligheid voor hypes en meetfouten is het doel om hiermee ontwikkelingen in de materialiteit van thema's trendmatig in kaart te brengen.
Stap 3: GRI-aspecten met relevantie voor Alliander
Thema’s met een hoge materialiteit zijn aangesloten op GRI-Standards. Het overzicht is maatgevend voor de samenstelling van de verantwoordingsinformatie in dit jaarverslag. Daarnaast voert Alliander bedrijfsgerelateerde indicatoren. Deze zijn eveneens aangesloten op de GRI informatie.
Stap 4: materialiteitsgrafiek
De combinatie van de relevantie voor stakeholders op de Y-as en de invloed van de thema’s op de organisatie op de X-as laat zien wat de invloed is die het thema heeft op de mate van maatschappelijk presteren van de organisatie en daarmee de prioriteit die het heeft binnen het jaarverslag. De materialiteitsgrafiek geeft een uitsnede van de meest materiële onderwerpen voor het jaarverslag van Alliander. Alliander brengt de resultaten van materialiteitanalyse onder in drie categorieën.
Kernthema's
Dit zijn de 15 thema’s in de materialiteitsmatrix die onderscheidend zijn in de ogen van een grote groep stakeholders en impact hebben voor onze organisatie. Deze thema's worden uitgebreid behandeld in het jaarverslag.
Bedrijfsthema's
Dit zijn de thema's die, over een grote groep stakeholders bezien, een minder hoge prioriteit krijgen. Dit betreft thema’s die voor enkele stakeholders of bedrijfsvoeringsredenen relevant zijn of vanwege wet- en regelgeving gerapporteerd worden. Deze worden beperkt behandeld in het jaarverslag en zo nodig verder toegelicht in de GRI Content Index.
Potentiële thema's
Dit zijn de thema’s die op dit moment door de meeste stakeholders minder prioriteit krijgen en een lagere impact hebben op de organisatie. Deze thema’s kunnen in de toekomst echter wel een groter gewicht krijgen en worden door ons gevolgd en waar nodig onderhouden. Voor een aantal geldt dat deze om wettelijke redenen toch deel uitmaken van het jaarverslag of onderdeel zijn van de toelichting in de GRI-index.
Stap 5: implementatie
De door de Raad van Bestuur vastgestelde materialiteit van onderwerpen is de basis van de inhoudelijke inrichting en sturing van het jaarverslagproces. Besloten wordt hoe uitwerking aan de onderwerpen wordt gegeven en hoe deze in de informatie-uitvraag worden opgenomen. Bedrijfsonderdelen bereiden in samenwerking met verantwoordelijke afdelingen het rapportageproces voor en de afspraken over validatie en verificatie van data worden vastgelegd. Voor verdere toelichting op het rapportageproces wordt verwezen naar 'Over dit verslag' en naar de GRI Content Index.
Gegevensverzameling
Voor de verzameling van maatschappelijke informatie en gegevens wordt een onderscheid gemaakt tussen kwalitatieve en kwantitatieve informatie. De verzameling van de beschrijvende informatie voor materiële onderwerpen heeft met behulp van een vragenlijst plaatsgevonden. Voor de kwantitatieve informatie is gebruikt gemaakt van een standaard inventarisatielijst, ’data request‘. Deze is onderdeel van de periodieke interne gegevensuitvraag. De informatie is voor zover mogelijk afkomstig uit de bestaande management- en informatiesystemen binnen Alliander. Daarnaast is gebruikt gemaakt van eigen bronnen. De kwaliteit van routinematige informatie wordt geborgd door een stelsel van interne maatregelen, control en auditing. De niet-routinematige informatie wordt voor het verslaggevingsproces intern beoordeeld.
Herformuleringen en mutaties
De volgende onderwerpen in ons maatschappelijk verslag zijn gewijzigd in vergelijking met ons jaarverslag 2020.
Energie en CO2-data
Voor de berekening van de CO2-voetafdruk, het energiegebruik voor het verslagjaar en getransporteerde energievolumes wordt gebruik gemaakt wordt gebruik gemaakt van gerealiseerde getransporteerde energievolumes volumes en nauwkeurige schattingen. Tevens worden de stroometiketten en daarmee CO2-coëfficiënten van het voorafgaande kalenderjaar gehanteerd. Dit leidt tot bijstellingen aan de hand van definitieve data in het meerjarenoverzicht.
Verwijzing: bijlage Overige niet financiële data – Energie en CO2.
Impactdata
Voor het jaar 2021 zijn de attributiewaardes opnieuw bepaald. Hiertoe is een herziene methodiek gehanteerd. Deze wordt toegelicht in het Verantwoordingsdocument Impactmeten bij dit Jaarverslag. De 2020-impacts zijn voor vergelijkingsdoeleinden herrekend met de attributiewaardes uit 2021.
Verwijzing: bijlage Verantwoordingsdocument Impactmeten.
KPI Circulariteit
Het opgenomen percentage circulair ingekocht materiaal is gebaseerd op basis van een herijkte methode. Hierbij zijn de percentages zoals aangedragen door de leveranciers beoordeeld tegen gevalideerde percentages gerecycled en recyclebaar per materiaalsoort. Indien uitgegaan wordt van de grondstofpaspoorten, bedraagt het circulair ingekocht materiaal 40%. De herijking gecombineerd met marktomstandigheden hebben geleid tot een lager gerapporteerd resultaat. Verwijzing: Doelstellingen en prestatietabel – Verduurzaming energievoorziening en bedrijfsvoering.