EU-taxonomie

Introductie

Het Akkoord van Parijs is het eerste universele, mondiale klimaatverdrag voor klimaatadaptatie, voor ontwikkeling van klimaatbestendigheid en een beperking van de opwarming van de aarde tot maximaal 2°C ten opzichte van het pre-industriële niveau. De EU heeft zich daarbij ten doel gesteld om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Om deze doelstellingen te realiseren, heeft de EU in maart 2018 een actieplan gelanceerd voor de financiering van duurzame groei (het EU-actieplan). Dit actieplan is onderdeel van de Europese Green Deal om de Europese economie te verduurzamen. De drie belangrijkste doelen van het EU-actieplan zijn:

  • Kapitaalstromen heroriënteren naar een duurzamere economie;

  • Duurzaamheid tot vast onderdeel van risicomanagement maken;

  • Transparantie en langetermijndenken stimuleren.

Vervolgens is de EU-taxonomie vastgesteld, een classificatiesysteem om zichtbaar te maken of geldstromen zich richten op ecologisch duurzame bedrijfsactiviteiten.  

De EU-taxonomie kent zes milieudoelstellingen:

  • Mitigatie van klimaatverandering;

  • Adaptatie aan klimaatverandering;

  • Het duurzaam gebruik en de bescherming van water en mariene hulpbronnen;

  • De transitie naar een circulaire economie;

  • De preventie en bestrijding van verontreiniging;

  • De bescherming en het herstel van de biodiversiteit en ecosystemen.

In lijn met de regelgeving rapporteert Alliander volgens de EU-taxonomie. De verplichting over 2022 betreft de eerste twee milieudoelstellingen (mitigatie van en adaptie aan klimaatverandering) waarbij gerapporteerd wordt over klimaat gerelateerde en ecologisch duurzame bedrijfsactiviteiten.

Concreet houdt deze rapportage over de eerste twee milieudoelstellingen in dat:

  • De bedrijfsactiviteiten van Alliander moeten worden getoetst aan de EU-taxonomie om op basis van de definitie vast te stellen of ze in aanmerking komen als klimaat gerelateerde bedrijfsactiviteiten (eligible zijn).

  • Voor de klimaat gerelateerde bedrijfsactiviteiten moet worden bepaald of ze voldoen aan de criteria inzake substantiële bijdrage (substantial contribution) aan de milieudoelstellingen, én of ze voldoen aan de criteria om geen ernstige afbreuk te doen (do no significant harm) aan de andere vijf milieudoelstellingen.

  • Op bedrijfsniveau moet worden bepaald of voldaan wordt aan de Minimumgaranties (Minimum Safeguards) met betrekking tot mensenrechten, corruptie, belasting en eerlijke competitie.

  • Bedrijfsactiviteiten zijn ecologisch duurzaam (aligned) onder de EU-taxonomie wanneer ze voldoen aan de voorgaande drie voorwaarden.

  • Per activiteit worden drie financiële kpi’s gerapporteerd: Omzet, CapEx (investeringen) en OpEx (operationele kosten), zowel in bedragen als in percentage.

Bedrijfsactiviteiten die in aanmerking komen voor de EU-taxonomie

De EU-taxonomie schrijft voor welke bedrijfsactiviteiten klimaat gerelateerd zijn en daarmee in aanmerking komen voor de EU-taxonomie. Over 2021 zijn de bedrijfsactiviteiten 'Transmissie en distributie van elektriciteit' (code 4.9) en 'Distributie van stadsverwarming en -koeling' (code 4.15), als klimaat gerelateerd aangemerkt. Over 2022 wordt nu ook gerapporteerd over de bedrijfsactiviteiten 'Vervoer met motorfietsen, personenauto’s en lichte bedrijfsvoertuigen' (code 6.5) en 'Verwerving en eigendom van gebouwen' (code 7.7); ze genereren weliswaar geen omzet maar als ondersteunende bedrijfsactiviteiten dragen ze wel bij aan de duurzame doelstellingen van Alliander. De bedrijfsactiviteiten die niet in aanmerking komen voor de EU-taxonomie betreffen met name de distributie van aardgas. De bedrijfsactiviteiten die in aanmerking komen voor de EU-taxonomie zijn beoordeeld vanuit de doelstelling 'klimaat mitigatie' en kennen geen overlap zodat er geen sprake is van dubbeltelling in de gerapporteerde cijfers.

Ecologisch duurzame bedrijfsactiviteiten

Eind 2022 zijn de voorwaarden om te voldoen aan de Minimumgaranties gepubliceerd. Alliander heeft daardoor in 2022 geen systematische analyse kunnen uitvoeren om risico’s op schendingen van mensenrechten in de productieketen te identificeren en te beoordelen. Hierdoor wordt op dit moment nog niet volledig aan de eisen van de Minimumgaranties voldaan en zijn de bedrijfsactiviteiten van Alliander nog niet volledig afgestemd op de EU-taxonomie. Hieronder wordt nader in gegaan op de Minimumgaranties.

Klimaat gerelateerde maar ecologisch niet duurzame bedrijfsactiviteiten

De infrastructuur voor elektriciteitsdistributie is onderdeel van het Europese elektriciteitsnetwerk en daarmee voldoet deze faciliterende bedrijfsactiviteit  aan het belangrijkste criterium inzake de substantiële bijdrage. Aanvullend wordt gesteld dat directe verbindingen tussen het netwerk en productie-eenheden van derden met een hogere emissie dan 100 g CO2/kWh niet voldoen aan de criteria. Eveneens zijn de niet-slimme energiemeters uitgesloten. De financiële waarde van deze activiteiten is daarom op een aparte regel opgenomen. Distributie elektriciteit voldoet aan de criteria om 'Geen ernstige afbreuk te doen' (GEAD) aan de overige milieudoelstellingen; er is een klimaat impact assessment uitgevoerd en er wordt voldaan aan de criteria met betrekking tot circulariteit, preventie van verontreiniging en biodiversiteit.

Voor distributie warmte wordt volledig voldaan aan de criteria voor substantiële bijdrage (de gedistribueerde warmte is voor meer dan 50% restwarmte) maar niet aan de GEAD-criteria; zo is er nog geen klimaat impact assessment specifiek voor de warmtenetten uitgevoerd. Er kan ook nog niet worden aangetoond dat voldaan wordt aan de GEAD- criteria voor de mariene milieudoelstelling en voor de preventie van verontreiniging.

Bij vervoer met motorfietsen, personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen voldoet alleen een deel van de personenauto’s aan de emissie eis van maximaal 50 g CO2/km zoals de criteria voor substantiële bijdrage voorschrijven. De informatie om te bepalen of deze voertuigen ook voldoen aan de GEAD-criteria voor de overige milieudoelstelling is nog niet beschikbaar, ook niet bij de leverende leasemaatschappijen.

Voor verwerving en eigendom van gebouwen is bepaald op welke locaties is geïnvesteerd in nieuwbouw of renovatie. Voor deze projecten is bepaald dat voldaan wordt aan de substantiële bijdrage criteria met betrekking tot energie-efficiency. Vervolgens moeten we constateren dat voor deze bedrijfsactiviteit nog geen klimaat impact assessment is uitgevoerd om te bepalen welke maatregelen genomen moeten worden voor klimaat adaptie. Voor nieuwbouw gelden ook voor de overige vier milieudoelstellingen GEAD-criteria maar de informatie ontbreekt om te bepalen hieraan voldaan wordt.

Niet klimaat gerelateerde bedrijfsactiviteiten

Distributie aardgas en overige (ondersteunende) bedrijfsactiviteiten zijn onder de EU-taxonomie geen klimaat gerelateerde bedrijfsactiviteiten en komen dus niet in aanmerking voor de EU-taxonomie.

Minimumgaranties

De eisen die de EU-taxonomie stelt in de Minumumgaranties zijn gebaseerd op internationale verdragen op het gebied van mensen- en arbeidsrechten en op richtlijnen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Er zijn veel overeenkomsten met de SDG’s waarover Alliander zich al meerdere jaren verantwoordt in het jaarverslag.  

De minimum safeguards betreffen vier thema’s:

  • Mensenrechten

  • Omkoping en corruptie

  • Belastingen

  • Eerlijke competitie

De eisen richten zich op het beschikbaar hebben van beleid en processen om te voldoen aan deze verdragen en richtlijnen, en op transparantie bij schendingen hiervan.

Op alle vier de thema’s is beleid vastgesteld onder andere in de vorm van gedragscodes en meldingsregelingen. Vanuit risicomanagement en -beheersing zijn processen en instrumenten  ingeregeld om uitvoering te geven aan dit beleid. De monitoring van en verantwoording over het gevoerde beleid wordt bewaakt door periodieke rapportages over de resultaten, bevindingen en follow up van maatregelen.

Voor het thema mensenrechten moet een adequaat Human Rights Due Dilligence (HRDD) proces zijn ingericht wat zes elementen bevat om gepaste zorgvuldigheid te waarborgen. Voor Alliander is mensenrechten een zeer serieus thema en er zijn de afgelopen jaren al verschillende stappen genomen om respect voor mensenrechten te waarborgen. HRDD elementen zijn op dit moment onderdeel van de reguliere inkoopprocessen. Bijvoorbeeld in het aanbestedingsproces waar diverse vereisten aan inschrijvende partijen worden gesteld en er worden jaarlijks audits uitgevoerd bij leveranciers en aannemers. Om volledig aan de Minimumgaranties te voldoen worden deze stappen het komend jaar verder in onze bedrijfsvoering geïntegreerd en in lijn gebracht met de specifieke elementen die in de UN Guiding Principles on Business and Human Rights en de OECD Guidelines for Multinational Enterprises zijn  uitgewerkt.

Financiële informatie

De Omzet onder de EU-taxonomie sluit aan op de IFRS verslaggevingsstandaarden en is gelijk aan de Netto-omzet zoals opgenomen in de jaarrekening onder noot 21. Op basis van de EU-taxonomie is de omzet vervolgens toegekend aan de verschillende bedrijfsactiviteiten van Alliander. In de tabel is per bedrijfsactiviteit aangegeven op welke items voldaan wordt aan de EU-taxonomie.

De CapEx betreft de investeringen in materiële vaste activa (noot 3), de investeringen in immateriële vaste activa (noot 4) en de toevoegingen aan het gebruiksrecht vaste activa (noot 3). Van de totale investeringen is bepaald welk deel betrekking heeft op klimaat gerelateerde bedrijfsactiviteiten, door per activagroep te bepalen met welke economische activiteit deze samenhangt en in hoeverre deze activiteit genoemd is in de EU-taxonomie.

De OpEx onder de EU-taxonomie wordt gedefinieerd als de niet-geactiveerde directe kosten die betrekking hebben op het instandhouden van activa. Alliander heeft op basis van deze definitie alleen de kosten van onderhoud en storingen geclassificeerd als operationele uitgaven onder de EU-taxonomie. Van deze onderhouds- en storingskosten is bepaald welk deel betrekking heeft op klimaat gerelateerde bedrijfsactiviteiten.